De Europese Centrale Bank (ECB) heeft het belangrijkste rentetarief verlaagd met een kwart procentpunt tot 0,5 procent. De depositorente bleef ongewijzigd op 0 procent. De rente waartegen banken kunnen lenen bij de ECB werd verlaagd met een half procentpunt naar 1 procent.
Volgens ECB-president Mario Draghi werd het besluit genomen met een grote meerderheid binnen de Governing Council. Daarnaast gaf hij aan dat banken in de eurozone minimaal tot midden volgend jaar net zoveel geld bij de ECB kunnen lenen als ze nodig hebben. Daarnaast voert de ECB overleg met de Europese Investeringsbank over manieren om de kredietverlening aan bedrijven op gang te helpen.
De ECB liet de deur naar verdere monetaire stimulering wijd open. Net als in april werd gemeld dat de ECB de markt zeer nauwlettend in de gaten zal houden. Daarnaast stelde Draghi 'klaar om in te grijpen, als nodig' te zijn. Daarmee werd gehint op verdere renteverlaging.
Het lijkt erop dat de ECB meer openstaat voor het verlagen van de depositorente tot deze negatief wordt. Eerder dit jaar werd dit idee nog afgeserveerd door Draghi. In mei meldde de ECB-president echter dat de bank technisch klaar was om met alle onbedoelde consequenties om te gaan en dat hij open stond voor verlaging van het depositotarief.
De ECB lijkt dus geneigd te zijn tot extra ingrijpen en gezien het feit dat de inflatie op een onaangenaam laag niveau lijkt te zijn vastgelopen, denken we dat verdere monetaire maatregelen in de komende maanden aannemelijk zijn.