Terwijl half Nederland geniet van een welverdiende vakantie, is het op de beurzen een drukte van belang. Het cijferseizoen is in volle gang en veel bedrijven openen deze week de boeken. Van de bedrijven uit de S&P 500 die tot nu toe de resultaten hebben gerapporteerd, presenteerde 86 procent een hoger dan verwachte winst.
Deze week is het onder andere de beurt aan het merendeel van de techgiganten. Alleen op de cijfers van Nvidia moeten we tot 18 augustus wachten. De bij elkaar opgetelde marktwaarde van de zogenaamde FANGMAN-aandelen (Facebook (NASDAQ:FB), Apple (NASDAQ:AAPL), Netflix (NASDAQ:NFLX), Google (NASDAQ:GOOGL), Microsoft (NASDAQ:MSFT), Amazon (NASDAQ:AMZN) en Nvidia (NASDAQ:NVDA)) bedraagt voor het eerst in de geschiedenis meer dan 10 biljoen dollar. Het past in het beeld van een S&P 500 die afgelopen vrijdag op de hoogste stand ooit de week afsloot. We zijn inmiddels 179 handelsdagen verder sinds de laatste ‘correctie’ van 5 procent plaatsvond. De Dow sloot voor het eerst boven 35.000 punten.
Het lijkt wel of de markten niet meer mogen dalen. Vorige week maandag zagen we een daling van een paar procent, maar die werd door beleggers direct aangegrepen om in de markt te stappen. Dat is iets wat we de afgelopen tijd eigenlijk steeds zien. Mede door het heel ruime monetaire en fiscale beleid is er heel veel geld in omloop dat op zoek is naar een manier om (iets) meer rendement te maken dan op de spaarrekening. Wat dat betreft zijn overheden en monetaire autoriteiten heel marktverstorend bezig. Vorig jaar maart was daar de angst voor een diepe recessie wereldwijd toen er allerlei lockdowns werden afgekondigd. Vervolgens sprongen de centrale banken in de bres door de geldkranen wijd open te zetten. Overheden deden eveneens een forse duit in het zakje door met allerlei maatregelen de effecten van de door henzelf afgekondigde maatregelen weer te compenseren. In Europa werd dat gedaan in de vorm van allerlei steunmaatregelen voor bedrijven waardoor werknemers hun baan konden behouden. In de Verenigde Staten kregen burgers allerlei cheques en extra werkloosheidsuitkeringen zodat het geld kon blijven rollen.
Een deel van die liquiditeiten vloeide en vloeit nog steeds in de richting van de beurs en iedere dip wordt gezien als een koopmoment, ondanks de angst voor een eventueel oplopende inflatie op een nieuwe uitbraak van het coronavirus. Deze week hopen beleggers te horen of de Fed zich al concreet zal uitspreken over het al dan niet afbouwen van het ruime monetaire beleid. De woorden van Jerome Powell zullen dan ook op een goudschaaltje worden gewogen. Met de huidige enorme steun onder de markt van de monetaire autoriteiten lijkt beleggen voor veel mensen die nieuw zijn op de beurs een loterij zonder nieten. Niets is echter minder waar. Risico en (potentieel) rendement gaan altijd hand in hand.
Chinese autoriteiten trekken de touwtjes aan
Beleggers in Prosus (AS:PRX) ondervinden dat vandaag aan den lijve. De Chinese autoriteiten trekken steeds meer de touwtjes aan waar het de grote Chinese techgiganten betreft. Bedrijven die actief zijn op het gebied van online educatie kregen een tik op de vingers omdat de Chinese overheid van mening is dat hier geen geld aan mag worden verdiend. Daardoor zal dit soort ondernemingen het lastiger krijgen om nieuw geld op te halen. Daar kwam vervolgens het nieuws overheen dat Tencent binnen 30 dagen de exclusieve rechten op muziek moet opgeven in China. Daarnaast krijgt Tencent (HK:0700) een boete van omgerekend 65.500 euro, al zal het bedrijf daar niet wakker van liggen. De Chinese autoriteiten zijn namelijk van mening dat de overname van China Music van vijf jaar geleden door Tencent met terugwerkende kracht in strijd is met de wet. Het blijkt steeds meer dat, als je als buitenlandse belegger belegt in Chinese beursgenoteerde ondernemingen, je feitelijk vooral met de Chinese autoriteiten te maken krijgt. Prosus plukt er vandaag met haar belang van 29,8 procent in Tencent met een koersdaling van meer dan 9 procent in de ochtendhandel de wrange vruchten van.