De laatste beursweek van het jaar is aangebroken en we kunnen wel stellen dat het voor beleggers een heel mooi jaar is geweest. De voortekenen waren dan ook gunstig. In de Verenigde Staten won in november 2020 Joe Biden de presidentsverkiezingen en met de komst van een paar vaccins leek het ergste van de coronapandemie achter ons te liggen. Bovendien bleken bedrijven na de eerste onzekerheid van het coronavirus op de wereldwijde economie best weerbaar te zijn. Tijdens de afgelopen drie kwartalen van het cijferseizoen overtrof het merendeel van de beursgenoteerde ondernemingen telkens de verwachtingen van analisten. En dat ondanks alle verstoringen in de aanvoerketens en het tekort aan chips waar heel veel sectoren mee te kampen hadden. Dat het enorme containerschip Evergiven overdwars kwam te liggen in het Suezkanaal versterkte dat alleen nog maar.
Ook voor het vierde kwartaal van dit jaar wordt er weer een forse stijging van de winstgevendheid verwacht, een groei van 21 procent, al nemen de zorgen over een hoger dan gemiddelde inflatie wel toe. Beleggers moeten er echter voor waken te snel aan te nemen dat als de inflatie stijgt, de rente dan ook in een opwaartse trend terecht zal komen en dat dat dus slecht is voor aandelen. Er zijn voldoende bedrijven die de hogere prijzen kunnen doorberekenen aan hun eindcliënten. Zo maakte Microsoft (NASDAQ:MSFT) al maanden geleden bekend de prijzen voor het Office pakket per maart volgend jaar te zullen verhogen. En Microsoft is natuurlijk niet het enige bedrijf dat prijsverhogingen kan doorvoeren zonder zichzelf in de vingers te snijden. Deze ondernemingen kunnen immers hun winsten zo laten meestijgen met de hogere inflatie. Bovendien is inflatie, bij wijze van spreken, al zo lang onder ons als we bestaan. Het hoeft geen reden te zijn om je als belegger grote zorgen te maken, mits je in de goede aandelen belegd zit natuurlijk.
Kijken we bijvoorbeeld iets langer terug in de tijd, dan zien we dat er sinds 1940 inclusief dit jaar 18 jaar zijn geweest waarin de gemiddelde inflatie hoger was dan 5 procent. Van die 18 jaar resteerde er voor beleggers in de Amerikaanse S&P 500 echter maar vijf jaar een negatief rendement. In het merendeel van de gemeten jaren was de inflatie weliswaar hoog, maar was het gemiddelde rendement op de aandelen uit de S&P 500 hoger. Daardoor bleef er in het merendeel van de jaren van hoge inflatie nog steeds een klein positief reëel rendement over. Zo bezien bieden aandelen dus een goede bescherming tegen inflatie. Bovendien is de earnings yield, het omgekeerde van de koerswinstverhouding, dermate hoog, dat obligaties met hun lage effectieve rendementen nog steeds geen alternatief zijn voor een belegging in aandelen.
HAL zet liquiditeiten aan het werk
HAL Trust (AS:HLAN) maakte afgelopen vrijdag bekend een belang te hebben genomen in Prodrive Technologies. HAL neemt een belang van 31,45 procent in dit Brabantse technologiebedrijf. Er is geen investeringsbedrag bekend gemaakt, maar Prodrive realiseerde in 2020 bijna 280 miljoen omzet en heeft ongeveer 2.100 mensen in dienst. Prodrive Technologies maakt elektronische componenten en systemen voor de medische sector, de halfgeleiderindustrie, energiebedrijven en automotive. Het bedrijf levert bijvoorbeeld aan toonaangevende bedrijven als ASML (AS:ASML) en Philips (AS:PHG). Hoewel de investering nog formeel moet worden goedgekeurd door de mededingingsautoriteiten en de ondernemingsraad, lijkt het een slimme zet van HAL. Prodrive Technologies is immers actief in trends die naar de toekomst toe alleen maar belangrijker worden. Op deze saaie beursdag, waarop de aandelenmarkten van het Verenigd Koninkrijk en Ierland de deuren gesloten houden, wordt er op dit nieuws nauwelijks gereageerd.