Vandaag richten we onze aandacht op een van de leningen die uitgegeven zijn door Roemenië, meer bepaald de obligatie met een restduur van iets minder dan tien jaar waarvan de koers dicht bij pari evolueert.
De obligatie Romanian Government International Bond kan op de secundaire markt namelijk aan 100,16% van de nominale waarde aangeschaft worden, wat een rendement oplevert van 6,31% op basis van een looptijd tot 18 september 2033 en een coupon van 6,375%.
We geven nog mee dat de obligatie beschikbaar is in coupures van 1.000 euro, wat ze toegankelijk maakt voor het grote publiek. Met een rating van Baa3 bij Moody's en BBB- bij Standard & Poor's en Fitch kan ze ingedeeld worden bij de kwaliteitsobligaties.
De reden voor deze genereuze coupon dienen we te zoeken in het bredere kader van de huidige hoge rentevoeten in Roemenië. Rentevoeten die recent nog bevestigd werden door de Nationale Bank van Roemenië (NBR).
Rentevoet bevestigd
Op 8 november besliste de NBR haar monetair beleid ongewijzigd te laten en de referentierente op 7% te houden, wat algemeen verwacht werd door de marktconsensus. Toch was de toon van het persbericht over de monetaire positie eerder voorzichtig.
De Nationale Bank van Roemenië heeft haar inflatieprognose voor begin 2024 namelijk verhoogd. Ze hield daarbij rekening met de impact van hogere en nieuwe taksen en heffingen. Niettemin verwacht de NBR de twee volgende jaren een inflatiedaling richting de gewenste vork.
Meer recent, in het derde kwartaal van 2023, bleef de inflatiegraad op 12 maand dalen. Met een afname van 1,42 procentpunt (tegenover 10,25% in juni) was dat "weliswaar aan een trager tempo dan in de twee voorgaande kwartalen". Volgens de NBR ging "het effect van de fors gedaalde voedings- en energieprijzen in die periode nu verloren aan de prijsstijgingen van brandstof en medicijnen."
Grote onzekerheid over inflatie en economie
De centrale bank verklaart tevens dat de inflatie- en groeivooruitzichten gebukt gaan onder onzekerheid en risico's. Vandaar dat ze de belastingen en taksen optrekt om de begroting te kunnen consolideren en daarnaast wijst ze ook op de mogelijke implicaties van nieuwe wetten omtrent lonen en pensioenen in de overheidssector. En er zijn natuurlijk ook nog externe factoren die een rol spelen: de evolutie van de olieprijs, de oorlog in Oekraïne en het Midden-Oosten en "een Europese - en dan vooral Duitse - economie die zwakker presteert dan verwacht."