Chinese onrust
Een Chinees vastgoedconcern dat dreigt te bezwijken onder zijn enorme schuldenlast was voldoende om de markten te laten daveren op hun grondvesten. Althans, voor even. De S&P 500-index zakte even tot vijf procent onder zijn hoogste stand van het jaar. De zorgen van beleggers zijn niet volledig ten onrechte. Een olievlekwerking van Evergrande (HK:3333) naar de rest van de Chinese economie is niet ondenkbaar. Het Chinese bedrijfsleven staat tweemaal zo diep in het rood als Amerikaanse bedrijven. En die staan al niet bekend om hun afkeer van schulden. Toch herpakte de S&P 500-index zich later op de dag alweer. Vandaag volgden de Europese beurzen met een herstel.
Spillover naar de rest van de economie
De naderende ondergang van Evergrande is zeker een reden voor onrust op de markten. De omvang van de uitstaande schulden en vooral het mogelijke spillover effect naar de rest van de Chinese economie zijn redenen om de rally te onderbreken. De groei van de wereldeconomie leunt zwaar op China. De vastgoedsector maakt in dat land zo’n 20 procent uit van het BNP. Vergeet daarbij ook niet de gevolgen voor de kredietverleners en toeleveranciers mocht het concern omvallen.
Tekorten
De markten zijn deze maand toch al onrustig. De koersen zijn dit jaar fors opgelopen. Niet ten onrechte, daar de winstgevendheid van het bedrijfsleven veel harder opliep. Relatief zijn de beurzen zelfs goedkoper geworden. Toenemende bottlenecks in de aanbodketen van de economie kunnen hier echter verandering in brengen. Tekorten aan grondstoffen en halfgeleiders, tekorten aan personeel en uit de pan rijzende kosten voor vrachtvervoer zorgen voor steeds verder oplopende prijzen. Zeker, de consumentenprijzen vielen recent enigszins mee. Ze waren minder hard gestegen dan verwacht. De producentenprijzen lopen echter hard op. In augustus zelfs met 8,3 procent.
Hoge winstverwachtingen
Marktvolgers vragen zich in toenemende mate af of bedrijven wel in staat zijn om deze kosten aan de consument en afnemers door te berekenen. De lonen stijgen weliswaar, maar houden het tempo van de prijzen niet bij. De koopkracht neemt dus af. De huizenmarkt werkt ook al niet mee. De hogere woonlasten laten steeds minder ruimte voor andere uitgaven. Dat alles op een moment dat de verwachtingen voor de winsten over het derde kwartaal niet gering zijn. Volgens onderzoeksbureau Factset verwachten analisten over het huidige derde kwartaal een winstgroei van 27,6 procent. Dat is een behoorlijke drempel om overheen te stappen.
Tegenvallers niet uitgesloten
Inmiddels laten steeds meer bedrijven doorschemeren helemaal niet zo zeker te zijn of deze verwachtingen wel kunnen worden ingelost. Tegenvallers kunnen niet worden uitgesloten. Voeg daar een naar virus aan toe dat van geen wijken lijkt te weten, politici in Washington die het niet eens kunnen worden over het weer teruggekeerde schuldenplafond, een economie waar de vaart uit lijkt te raken, een toenemende somberheid die hoort bij de tijd van het jaar en een centrale bank die neigt naar het afbouwen van zijn stimuleringsprogramma. Dat alles terwijl beurskoersen tot stratosferische hoogten zijn opgelopen.
Een perfecte cocktail voor een correctie?
Ziedaar, een perfecte cocktail voor een stevige koersval op de beurs. Sinds het begin van deze rally is er geen correctie van meer dan vijf procent geweest. Iedere dip was een koopmoment. BTFD was het gevleugelde motto. De rally werd door de Federal Reserve op gang geschoten en zal waarschijnlijk pas door de centrale bank worden afgevlagd. Dat lijkt de Federal Reserve voorlopig echter nog te niet van plan te zijn. De gezondheid van de economie leunt immers meer dan ze wellicht lief is op een goed gestemde beurs. Het ruime monetaire beleid van de Federal Reserve werd ooit de Greenspan Put genoemd. De Federal Reserve zal deze put optie die onder de markt ligt voorlopig nog niet verwijderen.