Langs de afgrond
Afgelopen vrijdag gingen de beurzen in de Verenigde Staten weer zwaar onderuit. De S&P 500-index stond op zeker moment 20 procent onder de top van begin dit jaar. Een cruciaal punt daar een verdere daling de index officieel in een berenmarkt zou doen belanden. Zoals wel vaker de afgelopen jaren fungeerde dit punt echter als een soort trampoline. De koersen veerden weer op. Op een zekere kerstavond in 2018 gebeurde precies hetzelfde. Toen bleek het daadwerkelijk de bodem. Dat kunnen we nu nog niet zeggen.
Nog geen paniek
Ondanks de alom aanwezige sombere stemming op de beurzen lijkt er immers nog geen sprake van pure paniek. Inderdaad, het vertrouwen onder beleggers is sinds 9/11 niet meer zo laag geweest. Er staat meer cash aan de zijlijn dan in de afgelopen ruim 20 jaar. De inflatie is zorgwekkend en de centrale banken zijn bezig de geldkraan langzaam maar zeker dicht te draaien. Er waart zelfs een vrees voor een naderende recessie rond. Maar een zware verkoopgolf hebben we nog niet gezien.
Nog geen totale meltdown
Zeker, de beurzen zijn erg volatiel de laatste tijd. Maar tot op heden worden vooral de usual suspects afgeslacht. Speculatieve technologiefondsen, zwaar overgewaardeerde aandelen, cryptocurrencies, meme-stocks en SPAC's. Er zijn echter ook delen van de beurs waar de verliezen beperkt blijven. De belegger heeft de handdoek nog niet gegooid. Een totale meltdown heeft er nog niet plaatsgevonden. En nog belangrijker, de centrale banken blijven in hun verkrappende modus. Pas bij paniek gaan ze die verlaten.
Eén sector houdt moedig stand
Er zijn zelfs nog beleggers die fondsen als ARK Innovation ETF (NYSE:ARKK) kopen. Blijkbaar is er nog vertrouwen. Wanneer de wanhoop definitief toeslaat is dit fonds waarschijnlijk geschiedenis. Maar nog geen volledige capitulatie. Het is nog te rustig bij de uitgang. Dat heeft de markt mede te danken aan die ene sector die moedig blijft standhouden, de energiesector. Want waar de S&P 500-index dit jaar reeds 18 procent aan waarde is kwijtgeraakt en bijvoorbeeld technologie en consumptiegoederen nog veel meer, staat de energiesector doodleuk 48 procent op winst.
Terug in de realiteit
In 2008 maakte deze sector nog 12 procent uit van de S&P 500. Ondanks de rally dit jaar nu nog steeds maar 3,7 procent. Er zit wellicht nog meer in het vat. Voor de uitbraak van de pandemie was het aandeel energie in de index zelfs minder dan twee procent. Beleggers dachten al aan een wereld zonder olie, gas en steenkool. Mede daardoor is er in het afgelopen decennium te weinig in de winning van fossiele brandstoffen geïnvesteerd. De pandemie en de oorlog in Oekraïne brachten beleggers terug in de realiteit.
We doen het zelf
Kwamen de prijsstijgingen van energie onverwacht over ons heen? Net als inflatie is het geen plotse exogene schok. We doen het zelf. Zonder de pandemie en de oorlog was er wel wat anders gebeurd waardoor de energieprijzen zouden zijn gestegen. De wereld is weer even hardhandig met de neus op de fossiele feiten gedrukt. Zonder energie kunnen we niet.
Berenmarkt biedt ook kansen
Berenmarkt of niet, er valt altijd wel wat te beleggen. Nu voorheen populaire sectoren achterblijven zijn er weer andere sectoren die uit hun as herrijzen. Zo staan bijvoorbeeld Amerikaanse dividend aandelen (DVY) dit jaar gewoon in de plus. Beleggers moeten zich door de beer niet gek laten maken maar nu vooral gaan kijken welke aandelen er wel potentie hebben. Want op zeker moment gaat alles overboord, maar niet alles is rommel.