Industrie groeit minder hard
Gisteren publiceerde het Institute for Supply Management (ISM) in de Verenigde Staten zijn maandelijkse cijfer over de Amerikaanse industrie. De industriële bedrijvigheid blijkt nog steeds te groeien, getuige het cijfer van 60,7. Maar, het groeitempo neemt af. In februari stond de index nog op 60,8 en in maart zelfs op 64,7. Ieder cijfer boven de 50 duidt op toenemende activiteiten. Ondertussen publiceerde IHS Markit de industriële groei in de Europese Unie. Ook hier is nog steeds sprake van groei, maar zijn er toenemende zorgen over de voortgang ervan. De reden is hetzelfde als in de Verenigde Staten, namelijk de toenemende krapte aan de aanbodzijde. Prijzen van allerlei benodigde grondstoffen en basismaterialen lopen op. Niet in het minst die van de belangrijkste grondstof voor de wereldeconomie, die van computerchips.
Wereldwijd tekort
Het wereldwijde tekort aan computerchips begint steeds nijpender te worden. De automobielindustrie begon als eerste te klagen over de schadelijke gevolgen van het tekort aan chips. Maar inmiddels worden bijna alle soorten consumentenelektronica geraakt door het tekort aan chips. Producenten van huishoudelijke apparatuur als broodroosters, mobiele telefoons en wasmachines hebben er ook onder te lijden. Producenten als Samsung (LON:0593xq) en LG schalen hun productie af of houden rekening met een dergelijk scenario. De topman van één van ’s werelds grootste chipproducenten, het Amerikaanse Intel (NASDAQ:INTC), verwacht dat het huidige wereldwijde tekort nog jaren kan aanhouden. Het heeft nu al gevolgen voor de verkopen en de prijzen van allerlei producten. Het zou tot een afkoeling van de sterke economische opleving kunnen leiden. In de Verenigde Staten is het probleem reeds door het Witte Huis onderkend. Zo kondigde president Biden reeds aan afnemers en producenten van halfgeleiders te willen ondersteunen.
Bottleneck kan nog even duren
Het moge duidelijk zijn, het tekort heeft significante gevolgen voor consumentenprijzen, bedrijfswinsten, werkgelegenheid, inflatie en zelfs voor de nationale veiligheid. En de bottleneck kan dus nog wel even duren. Hoe is dit wereldwijde tekort aan chips eigenlijk ontstaan? Er zijn twee belangrijke oorzaken. Ten eerste heeft de uitbarsting van het coronavirus voor een ernstige verstoring van vraag en aanbod gezorgd. Ten tweede dragen de voortdurende economische spanningen tussen China en de Verenigde Staten bij aan het tekort aan chips.
Digitalisering
Tijdens de pandemie werden miljoenen werknemers gedwongen hun werkzaamheden vanuit huis voort te zetten. Het leidde tot een enorme vraag naar personal computers, laptops en andere apparatuur bijdragend aan de toenemende digitalisering. Tegelijkertijd zakte de vraag naar auto’s volledig in. Automobielfabrikanten wilden niet opgezadeld blijven zitten met een overbodige voorraad aan chips en cancelden hun orders bij de chipfabrikanten. De chipproducenten besloten vervolgens hun productie te verleggen naar de meer geavanceerdere chips benodigd voor allerlei elektronica. Chips immers met hogere marges. Toen de vraag naar auto’s weer aantrok en daarmee de vraag van de autofabrikanten naar chips, moesten de chipproducenten steeds vaker nee verkopen. De automobielfabrikanten werden vervolgens steeds vaker gedwongen hun productie stil te leggen.
Chinese hamsterwoede
Ondertussen had de harde lijn van president Trump jegens China ertoe bijgedragen dat Chinese bedrijven – uit angst straks zonder chips komen te zitten – steeds meer gingen hamsteren. Vergeet niet dat de meeste elektronische apparatuur Made in China is. De wereld moest voorzien blijven worden van digitale producten. Daar komt nog eens bij dat de chips door slechts een handvol zeer grote bedrijven worden geproduceerd, voornamelijk gelokaliseerd in Korea en Taiwan. Het jarenlang met succes opererende just-in-time model werkte alleen prima in een wereld van relatieve rust. Rust die eerst door de vorige Amerikaanse regering en vervolgens door de pandemie wreed werd verstoord.
Chips, not bricks
Wanneer dit tekort lang blijft aanhouden kan dat forse implicaties voor de wereldeconomie gaan krijgen. Denk aan stijgende prijzen van technologische hardware. Chinese producenten van huishoudelijke apparatuur hebben de eerste prijsstijgingen sinds decennia reeds aangekondigd. Stijgende prijzen betekenen ook afnemende detailhandelsverkopen en afnemende bedrijfswinsten. De wereld komt uiteindelijk weer uit deze pandemie. Naar verwachting volgt een spectaculair economisch herstel. Waar echter veel aandacht uitgaat naar investeringen in infrastructuur zou de praktijk wel eens anders kunnen gaan uitpakken. Minder uitgaven aan “stenen”, maar meer aan chips. It’s chips, not bricks. Grote chipproducenten uit Korea en Taiwan zitten aan de goede kant van deze machtsstrijd. Producenten van auto’s en elektronische apparatuur duidelijk niet. De grootste winnaars zullen de producenten van chips en de machines om deze chips te produceren zijn. Bedrijven die in de toekomst zeker willen zijn van voldoende chips zullen waarschijnlijk afscheid moeten nemen van hun just-in-time voorraadbeheer. Met hogere prijzen en minder groei als resultaat.