door Darrell Delamaide
De Bank of England bevindt zich plotseling in een netelige situatie, nu het over het rentebeleid moeten beslissen terwijl het voortbestaan van de huidige Britse regering op het spel staat. BoE Governor Mark Carney ziet een robuuste economie die waarschijnlijk geremd moet worden door een stijging van de rente. Maar plotseling dreigt de regering van premier Theresa May uiteen te vallen en alles wat de economische groei kan vertragen zou dat gevaar vergroten.
Gezegd moet worden dat Carney's havikachtige opmerkingen van vorige week kwamen vóór het verrassende ontslag op zondag van de belangrijkste Brexit-onderhandelaar, David Davis, gevolgd op maandag door het nog dramatischer vertrek van de minister van Buitenlandse Zaken Boris Johnson, de voormalige burgemeester van Londen en leider van de "leave"-fractie in de Conservatieve Partij.
Toch is de druk die vrijdag leidde tot het Brexit-compromis van het kabinet en die de aanzet gaf tot het vertrek al enige tijd aan het toenemen. En de onderhandelaars van de Europese Unie zijn nog steeds niet zeker over de gevolgen van het laatste Britse compromisplan voor de interne markt.
Ondanks alle onzekerheid sprak Carney instemmend over de huidige groei en de vooruitzichten van Groot-Brittannië, nu het verlaten van de EU dichterbij komt. "Het huidige pad is verenigbaar met de centrale projectie van de Commissie voor het Monetaire Beleid, met een relatief soepele overgang naar één van deze vele Brexit-mogelijkheden", zei hij afgelopen donderdag. "In dat geval zal de reactie van het comité meer conventioneel zijn, waarbij de koers van het beleid in de eerste plaats door de vraag wordt bepaald."
Om kort te gaan zal de MPC de rentetarieven bijna zeker verhogen tijdens de vergadering op 2 augustus, zoals 80% van de ondervraagde marktdeelnemers gelooft. Die kans werd verder verhoogd door bbp-cijfers die deze week een groei van 0,3% over mei toonden, vergeleken met 0,2% groei over april.
De cijfers stemmen overeen met de eerdere analyse van Carney. "De inkomende gegevens in eigen land hebben me weer vertrouwen gegeven, aangezien de tegenvallende prestaties over het eerste kwartaal grotendeels te wijten waren aan het weer, niet aan de economische situatie," zei hij vorige week in zijn toespraak.
Terugkijkend op de MPC-bijeenkomst in juni was de belangrijkste vaststelling dat hoofdeconoom Andrew Haldane zich afsplitste van de meerderheid en om een directe renteverhoging vroeg. Hij en twee anderen wilden dat de rente zou stijgen tot 0,75%, maar de meerderheid hield de tarieven onveranderd op 0,50%. Haldane's opstelling maakt een renteverhoging in augustus waarschijnlijker.
De BoE zal enigszins op zijn hoede zijn na een eerdere ommezwaai in mei. Nadat het op een renteverhoging had gezinspeeld, overtuigden slechte binnenkomende gegevens de beleidsmakers om die verhoging toch niet door te zetten. Met de nieuwe gegevens is die bezorgheid verdwenen, maar de eerdere u-bocht heeft de geloofwaardigheid van de bank aangetast.
Monetaire beleidsmakers in Groot-Brittannië, net als die in de VS, zijn in verwarring gebracht door het falen van de Phillips-curve bij het voorspellen van de inflatie in relatie tot de arbeidsmarkt. Aangezien de werkloosheid in Groot-Brittannië tot 4,2% is gedaald, zouden tekenen van inflatoire druk de kop op moeten steken. Maar er is in feite maar weinig van een dergelijke inflatie te zien, nu de totale loonsverhoging in de drie maanden tot april 2,5% steeg ten opzichte van een jaar eerder, onder de 2,6 % over maart en de 2,8% van februari.
Sommigen beweren dat de looninflatie achterop komt en dat deze ieder moment weer op gang kan komen. Anderen denken dat er meer zwakte op de arbeidsmarkt is dan de gegevens doen lijken, met veel mensen die nog steeds niet volledig aan het werk zijn of die als student of herintreder nog wachten om zich bij de beroepsbevolking aan te sluiten.
De markten toonden weinig reactie op de regeringscrisis hoewel het pond sterling daalde, zowel ten opzichte van de dollar als van de euro. Bij gebrek aan echt politiek drama lijken verdere verliezen echter onwaarschijnlijk. May reageerde snel en kwam onmiddellijk met vervangers voor Davis en Johnson.
Maar de achterliggende redenen voor hun ontslag zijn daarmee niet verdwenen. Beiden vonden dat May´s voorstel aan de EU te veel concessies deed en Groot-Brittannië aan te veel regels en voorschriften van de EU bond, in strijd met de uitslag van het Brexit-referendum om uit te komen onder het juk van Brussel. Beleggers daarentegen beoordeelden May´s compromissen als realistischer en beter voor de economie.
Johnson's vertrek bemoeilijkt de taak van May om parlementaire goedkeuring voor haar overeenkomst te verkrijgen. Ook zou Johnson haar mogelijk kunnen uitdagen in het leiderschap van de partij, of nieuwe verkiezingen kunnen afdwingen met onvoorspelbare resultaten. May is echter veerkrachtig en is al eerder door het oog van de naald gekropen. Voorlopig lijken de markten zich tevreden te stellen met afwachten.