Voor het Duitse Beiersdorf (DE:BEIG), maker van onder andere Nivea zonnebrandcrème en Hansaplast pleisters, verschijnen er wat wolken aan de hemel. Het concern presenteerde vanochtend haar jaarcijfers én vooruitzichten. De cijfers over 2018 waren zoals verwacht. De omzet groeide autonoom met 5,4 procent naar 7,23 miljard euro en de nettowinst met 9,6 procent naar 756 miljoen euro. De winst per aandeel steeg met 10,1 procent naar 3,24 euro.
De vooruitzichten voor het lopende jaar vallen beleggers echter tegen. Net zoals bedrijven als Henkel (DE:HNKG), Colgate (NYSE:CL) en Coca-Cola (NYSE:KO), voorziet Beiersdorf uitdagende marktomstandigheden. Beiersdorf wil deze onder leiding van de nieuwe topman Stefan De Loecker het hoofd bieden door dit jaar 70-80 miljoen euro extra te investeren, bovenop de jaarlijkse kapitaalsuitgaven van 250-350 miljoen euro. Op korte termijn zal dit echter ten koste gaan van de marges.
Onder de vlag van de C.A.R.E.+ strategie wordt er niet alleen meer geïnvesteerd in innovatie, maar wil men ook nieuwe markten betreden, het personeel beter opleiden, de productiviteit verhogen en meer digitaliseren. Het jaar 2019 wordt een klassiek overgangsjaar. Het bedrijf ziet de autonome omzetgroei van 5,4 procent naar 3-5 procent dalen en de EBIT-marge van 15,4 procent naar 14–14,5 procent. Beleggers reageren als door een wesp gestoken, getuige de koersdaling van 9 procent.
Maar, de soep hoeft niet zo heet gegeten te worden. Soms gaat het zuur nu eenmaal voor het zoet. Allereerst heeft Beiersdorf voldoende ruimte voor investeringen. Het heeft een oerdegelijke balans met een netto kaspositie van 4,4 miljard euro bij een beurswaarde van iets meer dan 20 miljard euro. Als de nieuwe strategie aanslaat zal het concern over vijf jaar een autonome omzetgroei kennen van 4-6 procent en een EBIT-marge van 16-17 procent. Dat is beter dan het afgelopen jaar. Als de wolken vertrekken, verschijnt de zon weer vanzelf.
IJzersterk Rio Tinto verwent aandeelhouders
Mijnbouwgigant Rio Tinto (LON:RIO) legde de aandeelhouders bij de publicatie van de jaarcijfers nog eens extra in de watten. Naast het normale slotdividend van 1,80 dollar per aandeel keert de onderneming ook een speciaal dividend uit ter grootte van 4 miljard dollar, ofwel 2,43 dollar per aandeel. Als we daar het al eerder uitgekeerde interim-dividend en de inkoop eigen aandelen bij optellen, dan heeft het concern over vorig jaar totaal 13,5 miljard dollar aan de aandeelhouders laten terugvloeien. Ter vergelijking, de marktkapitalisatie is 73 miljard dollar. De dividenden worden uit eigen zak betaald en niet door obligaties uit te geven. Eind 2018 kende Rio Tinto een netto cash positie van 255 miljoen dollar, een jaar eerder was dat nog een netto schuld van 3,85 miljard dollar.
De zaken gaan dus goed. De nettowinst steeg vorig jaar met ruim 50 procent naar 13,64 miljard dollar, maar dat was voor een groot gedeelte te danken aan allerlei desinvesteringen. Ex-items steeg de winst met 2 procent naar 8,8 miljard dollar beter dan de consensus van 8,5 miljard dollar. Ondanks de desinvesteringen steeg de omzet nog met een half miljard naar 40,5 miljard dollar.
Voor beleggers die bang zijn dat Rio Tinto met al die desinvesteringen niet meer kan groeien heeft de topman goed nieuws. De eerste proefboringen in Winu in West-Australië zijn veelbelovend. Er zit heel veel koper, goud en zilver in de grond. Verder blijft men investeren in de huidige mijnen en maakt men geen haast met acquisities. Daaraan heeft het bedrijf zich in het verleden al eens lelijk vertild. Waarde boven groei, aldus de topman, om de aandeelhouders op korte-, middellange- en lange termijn tevreden te stellen.
Een positieve ontwikkeling voor Rio Tinto is de recent fors gestegen ijzerertsprijs. Na de ramp in januari waarbij een dam van een afvalreservoir bij een ijzerertsmijn in Brazilië het begaf, heeft concurrent Vale de productie bij tien mijnen stilgelegd om de bekkens te saneren. Daardoor is het wereldwijde aanbod van ijzererts met 4 procent teruggevallen en staat de ijzerertsprijs dit jaar ruim 20 procent hoger. Extra profijt hiervan trekken door de eigen productie op te krikken zit er nauwelijks in, maar voor de winstgevendheid van Rio Tinto, is het een uitermate goede zaak.