De Amerikaanse beurzen gingen afgelopen vrijdag na een in eerste instantie eensgezinde hogere opening, verdeeld de dag uit. Als reden hiervoor werd het inflatiespook genoemd, dat gedurende de dag weer eens de kop opstak. Logischerwijs had dit de meeste impact op de technologiebeurs Nasdaq, die uiteindelijk dan ook met een verlies van een half procent de dag uitging. De Dow hield de voeten nog droog met een plus van ongeveer een derde procent.
Het inflatievreesvuurtje werd mede opgestookt door de voortreffelijke cijfers van de Amerikaanse industrie en dienstensector, waarbij ongetwijfeld de echo van de Fed-notulen nagalmden. Een aantal bestuurders suggereerde immers wel open te staan voor een discussie over wanneer de Fed zou kunnen beginnen met de afbouw van het obligatie opkoopprogramma. Als vervolgens de Amerikaanse economie volgens de inkoopmanagersindices harder blijkt te groeien dan verwacht is de optelsom van de beleggers snel gemaakt. Die genoemde inkoopmanagers indices verbeterden bij de industrie van 60,5 in april naar 61,5 in mei en bij de dienstensector van 64,7 in april naar maar liefst 70,1 nu, en dat terwijl voor beide indices vooraf door economen een daling was ingecalculeerd.
In het kielzog van de tamme stemming op Wall Street komen de Europese beurzen vandaag licht hoger uit de startblokken. Dat geldt niet voor Frankfurt en Zürich want daar blijven de beurzen vanwege Pinkstermaandag gesloten. Wel is er beweging genoeg, ondanks de vlakke aandelenkoersen. De daling van de grondstoffenprijzen trekt volop aandacht. Waarschuwde de Chinese overheid vijf dagen geleden al voor de speculatieve cryptohandel en werd het financiële instellingen verboden om diensten op dat vlak te verlenen, gisteren waarschuwden de Chinese autoriteiten professionele handelaren om niet met grondstoffen te speculeren of te hamsteren. Het gevolg laat zich raden. Op de Dalian Commodity Exchange, het grootste grondstoffen-handelsplatform van China, daalde de ijzerertsprijs met 7 procent waarmee deze 15 procent onder de top van vorige week staat.
Gaatje in de bubbel?
Een andere bubbel waar langzaamaan wat lucht uit verdwijnt is die van de IPO markt, en dan met name die van de SPAC’s, de blanco cheque ondernemingen. Blijkbaar hebben die al meer geld aangetrokken dan er goed kan worden geïnvesteerd. De IPOX SPAC Index is sinds het hoogste punt dat half februari werd neergezet met 23,4 procent gedaald. Blijkbaar sluipt er wat realiteitszin in die markt. Veel SPAC’s moeten het opgehaalde geld immers na twee jaar aan hun beleggers terugbetalen als ze geen geschikte investering hebben gevonden. In dat geval verdienen de oprichters dat de SPAC er niets aan. Onder die druk neemt de kans op een onverantwoorde investering, qua risico rendement, alleen maar toe, zeker als je met veel partijen in dezelfde vijver gaat vissen.
Bij Fintessa kijken we deze week vooral uit naar de eerste kwartaalcijfers van Nvidia (NASDAQ:NVDA), die woensdag nabeurs worden gepubliceerd. De verwachtingen zijn hooggespannen, zeker omdat de onderneming in april al bekendmaakte dat de omzet de eerdere verwachtingen zou overtreffen. Analisten rekenen nu op een omzet van 5,39 miljard dollar (+79,7 procent) en een winst per aandeel van 3,27 procent (+81,7 procent). Afgelopen vrijdag steeg het aandeel overigens nog een fraaie 2,6 procent door 1-op-4 aangekondigde aandelensplitsing.
Daarnaast wordt het vooral uitkijken naar allerlei macro-economische cijfers. Zo worden onder andere de economische groeicijfers van landen als Duitsland, Frankrijk en de Verenigde Staten gepubliceerd, net zoals het vertrouwen van de consumenten uit die landen. En als toetje krijgen we aankomende vrijdag de door het Amerikaanse ministerie van Handel gepubliceerde inflatiecijfers.