Te midden van de storm die rondom ons woedt, heeft de Duitse betonspecialist Heidelberg Cement een nieuwe obligatie verkrijgbaar in coupures van 1.000 euro op de markt gebracht. Na Daimler (DE:DAIGn) op woensdag, waar Oblis in een artikel speciale aandacht aan heeft besteed, is dit dus het volgende Duits bedrijf dat een obligatie op de markt brengt die voor het groot publiek toegankelijk is.
Met een looptijd van 4 ½ jaar biedt de nieuwe lening van Heidelberg Cement op basis van een koers rond pari een rendement van 2,50%. Met deze obligatie, die een rating « BBB- » heeft bij Standard & Poor’s, haalde de cementgroep 650 miljoen euro op. De rating « BBB- » is overigens de laagste rating in de categorie Investment Grade.
Heidelberg Cement is de grootste producent van granulaten (zand, grind) in de wereld en tevens de nummer 2 mondiaal wat betreft de productie van beton en cement.
Dit bedrijf, dat enkele jaren geleden de Italiaanse reus Italcementi overnam, is in ons land aanwezig via CBR (cement), Inter-Beton (beton klaar voor gebruik) en Sagrex (granulaten).
Deze leverancier van bouwmaterialen met 3.000 vestigingen in een 40-tal landen, sloot het boekjaar 2019 af met een omzetcijfer van 18,90 miljard euro. Wat neerkomt op een stijging met 4,30% ten opzichte van het jaar voordien.
Een fiscaal aantrekkelijke obligatie op de secundaire markt
Heidelberg is zeker geen onbekende op de obligatiemarkt. Het bedrijf is een vaste klant wat betreft emissies van nieuwe obligaties. Zo viel onze blik op een uitstaande obligatie met looptijd tot 2028. De koers van deze obligatie eveneens verkrijgbaar in coupures van 1.000 euro bedraagt 93%. Het rendement bedraagt zodoende 2,75%.
Door een obligatie te kopen die onder 100% van de nominale waarde noteert, kan een Belgische resident een deel van het rendement realiseren zonder onderworpen te zijn aan de roerende voorheffing.
Het rendement van een obligatie bestaat namelijk uit aan de ene kant de coupon en aan de andere kant de meer- of minwaarde tussen de aankoopprijs en de prijs waaraan de obligatie op de vervaldag terugbetaald wordt. Deze twee componenten zijn onderworpen aan een verschillend fiscaal regime.
Terwijl in het geval van de coupons een roerende voorheffing van 30% verschuldigd is, zijn de meerwaardes gerealiseerd op een obligatie vaak vrijgesteld van roerende voorheffing.
Wie meer wil weten over dit onderwerp, kan op de site van Oblis het artikel lezen over de E.B.V. (Effectieve Belastingvoet).