De stemming onder de Amerikaanse beleggers blijft opperbest. Gisteren sloot de Dow Jones index wederom hoger met 0,3 procent op 35.060,21 punten. Het was het achtste hogere slot op rij, een reeks die de afgelopen vier jaar niet is voorgekomen. Het slot van gisteravond was het hoogste in 15 maanden tijd. Helaas waren Europese (en Aziatische) beleggers weinig onder de indruk van hun positieve collega’s aan de andere kant van de plas. In Europa begonnen we daarom licht lager aan de handelsdag. Na deels tegenvallende kwartaalresultaten van de grote beursfondsen Tesla (NASDAQ:TSLA) en Netflix (NASDAQ:NFLX) gisteravond nabeurs in de Verenigde Staten, kwam in Taiwan TSMC (TW:1310) vanochtend met de kwartaalcijfers. Hoewel de winst van de chipproducent flink lager was, vielen de cijfers analisten mee. Ze hadden slechtere resultaten verwacht. Maar de outlook van de chipgigant was minder oké. TSMC verwacht een 10 procent lagere omzet dit jaar, in eerdere berichten was dit minder, en waarschuwt beleggers hun verwachtingen ten aanzien van een ‘AI-boom’ te temperen. Op deze berichten daalden de chippers ASML (AS:ASML), ASMI (AS:ASMI) en Besi (AS:BESI) stevig vanmorgen in Amsterdam.
Van onze ‘eigen’ beleggingen kwam vanochtend het industriële installatieconglomeraat ABB (ST:ABB) met de kwartaalcijfers naar buiten. Daarmee gaat het heel wat beter.
ABB niet geraakt door hoge inflatie
ABB kwam met prima cijfers ondanks dat het tegenwind ondervond in China. Vooral de robotdivisie ontving minder orders vanwege voorraadafbouw als gevolg van het Chinese hamsteren tijdens de coronapandemie. Ten opzichte van het tweede kwartaal van vorig jaar daalde de orderintake met 22 procent bij deze divisie. Door prijsverhogingen steeg overigens de omzet van ‘Robotics and Discrete Automation’ wel met 27 procent. ABB vertelde dat het staat is geweest om de inflatie-effecten geheel teniet te doen middels prijsverhogingen. Totaal kwamen er 9 procent minder orders uit China afgelopen kwartaal. Het land is de op één na grootste markt voor het Zwitserse bedrijf. De orderintake in de grootste markt, de Verenigde Staten, groeide wel en ook in India werd er meer besteld.
De omzet van geheel ABB steeg op vergelijkbare basis met 17 procent naar 8,16 miljard dollar gedurende het tweede kwartaal. Er kwamen, wederom op vergelijkbare basis, 2 procent meer orders binnen met een tegenwaarde van 8,7 miljard dollar. Nominaal bezien daalde de waarde van de nieuwe orders echter met 2 procent. De waarde van het totale orderboek steeg met 14 procent naar 21,9 miljard dollar. ABB wist de operationele winst met 26 procent op te voeren naar 1,43 miljard dollar dankzij een 200 basispunten hogere operationele winstmarge van 17,5 procent, het hoogste ooit. De analistenconsensus lag op 1,37 miljard dollar. Onder aan de streep verdubbelde de nettowinst ruim van 379 miljoen dollar in het tweede kwartaal van vorig jaar naar 906 miljoen dollar afgelopen kwartaal. Ook hier werd de analistenverwachting overtroffen want er werd 873 miljoen dollar verwacht. De winst per aandeel verdubbelde eveneens en ging van 20 naar 49 dollarcent, hetgeen ook het geval is over het eerste halfjaar. In deze periode ging de winst per aandeel van 51 dollarcent naar 1,04 dollar. Hierbij helpt natuurlijk ook mee dat ABB tientallen miljoenen eigen aandelen heeft ingekocht en ingetrokken.
Voor het derde kwartaal verwacht ABB een omzetgroei van iets meer dan 10 procent en een operationele winstmarge boven de 16,6 procent die in het derde kwartaal van vorig jaar werd behaald. Ondanks de onzekere marktomstandigheden verwacht ABB over geheel 2023 een omzetgroei te realiseren van minimaal 10 procent en een operationele winstmarge te behalen van meer dan 16 procent. Volgens CEO Rosengren normaliseert het koopgedrag van de klanten van ABB. De afgelopen tijd kochten ze meer dan noodzakelijk om zodoende lange wachttijden, vanwege de tekorten, te voorkomen. Dat is nu voorbij.
Beleggende koppensnellers zagen alleen de lagere orderintake in China en zetten het aandeel 2 procent lager in de opening vanochtend. Later, toen er beleggers waren die de persberichten meer aandachtig hadden gelezen, werden de puike prestaties van ABB toch gewaardeerd en draaide de min naar een plus van meer dan 2 procent op de Zwitserse beurs.