AMSTERDAM (AFN) - ABN AMRO (AS:ABNd) moest in het eerste kwartaal relatief veel geld opzijzetten voor slechte leningen. Mede daardoor kwam de winst iets lager uit dan begin vorig jaar. De bank boekte wel vorderingen met het terugbrengen van de kosten.
De post voor kredietvoorzieningen en overige vorderingen kwam uit op 208 miljoen euro, tegen 63 miljoen euro in het eerste kwartaal vorig jaar. Er moest vooral meer geld opzij gezet worden voor klanten in de offshoresector en scheepvaart, waar het economisch herstel nog steeds kwetsbaar is.
Onder de streep hield de bank 3 procent minder over, met een nettowinst van 595 miljoen euro. De rentebaten bleven volgens ABN AMRO wel sterk en profiteerden van de toenemende kredietverlening in onder meer het Nederlandse mkb. De belangrijke graadmeter die de kosten van de bank afzet tegen de inkomsten verbeterde naar 57,9 procent. Daarmee ligt ABN AMRO op koers om zijn financiële doelen voor 2020 te halen.
Kostenbesparingen
"In de afgelopen anderhalf jaar hebben we ruim de helft van de beoogde 900 miljoen euro aan kostenbesparingen gerealiseerd'', onderstreepte topman Kees van Dijkhuizen in een toelichting. ABN AMRO zet bijvoorbeeld sterk in op digitalisering, iets waarvoor de bank eerder ook al veel banen schrapte. Volgens Van Dijkhuizen is het niet nodig om de complete IT-systemen te vervangen, in plaats daarvan worden doorlopend moderniseringen ingevoerd.
Beleggers zijn ook erg geïnteresseerd in de kapitaalbuffers bij de bank. De zogenoemde CET1-ratio, die hier meer inzicht in geeft, kwam eind vorig jaar nog uit op 17,7 procent. De graadmeter is evenwel weggezakt naar een nog altijd relatief sterke 17,5 procent. Voor beleggers blijft het daarmee wel spannend. ABN AMRO had eerder juist gezegd erover na te denken om aandeelhouders meer te gaan belonen, maar dan moet deze ratio wel boven de 17,5 procent blijven.