De Turkse kiezer heeft de regering Erdogan een gevoelige tik uitgedeeld gisteren tijdens de verkiezingen voor de nieuwe gemeenteraden. Veelal uit onvrede over de hoge inflatie en werkloosheid is er veel gestemd op de oppositie. Dat is niet zo vreemd, want recent bleek dat de Turkse economie in het vierde kwartaal van 2018 met 3 procent was gekrompen ten opzichte van hetzelfde kwartaal van het jaar ervoor; een echte recessie en een nog grotere krimp dan verwacht. Een groot deel van het BNP wordt geëxporteerd naar het buitenland. De consumptie van Turkse huishoudens daalde zelfs met 9 procent.
Turkije was erg afhankelijk van buitenlands krediet en vooral van leningen die in harde valuta, lees: euro’s en dollars, waren aangegaan. Deze zijn door de daling van de Turkse Lire fors duurder geworden. Het zorgde voor een golf van faillissementen en aanvragen voor konkordato, de Turkse versie van Chapter 11 die een faillissement uitstelt en bedrijven in staat stelt hun schulden te saneren. Inmiddels is de stroom van buitenlandse kredieten opgedroogd, zijn importen ingestort en exporten juist fors gestegen. De handelsbalans kwam daardoor zelfs in de plus door meer buitenlandse toeristen en minder importen.
Het vertrouwen van de Turkse bevolking is zodanig gedaald dat zij de helft van hun spaargeld aanhouden in buitenlandse valuta. Daarnaast moeten de Turkse autoriteiten de rente hooghouden om inflatie het hoofd te bieden. Deze schommelt rond 20 procent. Om de prijsstijgingen te bestrijden wordt voedsel zelfs al gesubsidieerd door de staat.
Een mogelijk cyclisch herstel in de tweede helft van het jaar zal de structurele problemen van Turkije niet oplossen. Het populisme van de laatste jaren heeft veel van de goede maatregelen uit de tijd daarvoor tenietgedaan. Dat is niet zomaar even rechtgezet. De Turkse tienjaars rente staat op 18 procent. Daarmee is deze weliswaar gedaald ten opzichte van de 21 procent van afgelopen zomer, maar nog altijd hoog. Voor het uitbreken van de crisis bedroeg de rente een procent of tien. Of de proteststemmen van gisteren zoden aan de dijk zullen zetten valt te bezien. Het is waarschijnlijk nog (veel) te vroeg om gezellig met elkaar op de (Turkse) koffie te gaan of de baklava op tafel te zetten.
China in herstel
De handelsbesprekingen tussen China en de Verenigde Staten gaan nog steeds door. China heeft dit weekend een handreiking gedaan door voorlopig het lage tarief importtarieven op auto’s te handhaven. Deze week wordt er weer verder onderhandeld in Washington. Net als in de rest van de wereld hebben de beurzen een positief eerste kwartaal achter de rug. Dat beeld wordt vandaag onderschreven met beter dan verwachte inkoopmanagersindices. Die van de industrie steeg tot 50,2, de grootste stijging op maandbasis sinds 2012). Zoals bekend houdt een cijfer boven 50 in dat er sprake is van groei. De cijfers die de twee onderzoeksbureaus Markit en Caixin vandaag bekendmaken sluiten aan op de officiële cijfers van de Chinese overheid die afgelopen weekend eveneens bekendmaakte dat de grote Chinese staatsbedrijven weer in de groeimodus zitten.
Koers Lyft zat in de lift
Wat eveneens in de lift zit, is de koers van het aandeel Lyft (NASDAQ:LYFT). De taxidienst ging afgelopen vrijdag tegen een koers van $ 72 naar de beurs. Dat betekende al een waardering van $ 25 miljard voor een bedrijf dat vorig jaar een omzet realiseerde van ruim $ 2,1 miljard en een verlies draaide van ruim $ 900 miljoen. De koers steeg vervolgens naar boven $ 86 om op $ 78,29 te sluiten. Natuurlijk is het een interessant bedrijf, maar dat wil nog niet zeggen dat het aandeel ook interessant is. De ondernemingen die nu naar de beurs komen wekken toch enigszins de indruk nog even snel te willen incasseren nu het nog kan.