Ik was er op zijn zachts gezegd toch een beetje verbaasd over toen ik afgelopen weekend na het succesvol uitlopen van mijn vijfde Vierdaagse van Nijmegen, mijn handelsplatform opende en ik zag, op de daggrafiek, dat de koers van de S&P500 de sterke weerstand van het 50% retracement niveau én het ronde getal van 3900 punten achter zich had gelaten.
In mijn vorige technische analyse voor de index (Deel I van ‘To Tilt or not to Tilt, That’s the Question’) vroeg ik mij al af of deze weerstand het zou houden, of dat deze een kantelpunt zou worden. Krachten waar wij als retail beleggers geen enkele invloed op hebben bepaalden dus dat de weerstand door de koers werd doorbroken.
Sterker nog, zelfs het 61.8% Fibonacci niveau, dat toch bekend staat als veel voorkomend niveau waarop koersen kantelen, hield verleden week donderdag geen stand. Het niveau van 4000 punten deed het beter. Daar sloot de koers vrijdag weer onder.
Voor de komende week is het de vraag of de weerstand stand houdt en de uitbraak van de koers uit het neerwaarts trendkanaal een valse bleek, óf gaat de bovenzijde van het trendkanaal met het steunniveau van 3900 punten en het 50% retracement niveau als bodem voor een retest dienen?
Uit beide argumenten blijkt een opwaartse bias. Dit komt omdat de koers zich boven het veel gebruikte 50 moving average bevindt en de tweede higher low zich op 14 juli na die van 17 juni heeft gevormd.
Zoals altijd zijn er echter ook argumenten voor een neerwaartse bias. Dat is allereerst het standhouden van de 4000 punten weerstand, maar ook de price-action van afgelopen vrijdag met een hoofdzakelijk neerwaarts volume van ruim 222 miljoen en een grafiek waarop sommigen zelfs een Dark Cloud Cover candlestick setup menen te herkennen.
Spannende tijden. Voor mij is echter de opwaartse bias voor de langere termijn nog niet overtuigend genoeg, want de trade setups, die door mijn zelfgebouwde aandelenscreener voor Amerikaanse aandelen worden gegenereerd voldoen zonder uitzondering aan de korte termijn criteria voor een short trade.