De week is op de Europese beurzen voorzichtig van start te gaan. Beleggers lijken even een pas op de plaats te maken, ondanks het feit dat het cijferseizoen vooralsnog voorspoedig verloopt. Tot op heden heeft zo’n 25 procent van de ondernemingen uit de S&P 500 de boeken geopend. Daarvan heeft 84 procent een winst per aandeel gerapporteerd die hoger was dan waar vooraf op was gerekend. Deze bovengemiddelde groei komt deels doordat de vergelijking met dezelfde periode vorig jaar relatief eenvoudig is en deels omdat de vooruitzichten wat betreft een herstel van de economie gunstig zijn. Dat bleek afgelopen vrijdag ook uit de indices voor de inkoopmanagers. De gecombineerde index van de managers uit de dienstensector en de industrie bereikte over de maand april een stand van 62,2, de hoogste stand sinds onderzoeksbureau Markit begon met het bijhouden van deze gegevens. Zoals waarschijnlijk wel bekend duidt een indexstand van boven 50 op groei, terwijl er onder 50 sprake is van krimp. Er wordt dan ook veel verwacht van de groei van de Amerikaanse economie. Er worden groeicijfers verwacht die zelfs die van China zouden kunnen gaan overtreffen. In combinatie met het voorspoedige vaccinatietempo draagt dat bij aan het stijgende vertrouwen van de inkoopmanagers.
De lat ligt wat dat betreft hoog want de Chinese economie groeit en bloeit. Na de recordgroei van 18,3 procent over het eerste kwartaal zet de groei in april door. Een sterke export en een stijgend ondernemersvertrouwen dragen bij aan het herstel. Vorig jaar zat het land natuurlijk in een bijna volledige lockdown en ondernam het de eerste pogingen om de economie weer te heropenen. Inmiddels is dat volledig anders. Positief is dat het vertrouwen van het Chinese midden- en kleinbedrijf in de economie groeit.
Deze week wordt belangrijk op cijfergebied, want het is de beurt aan de Big Five om de resultaten te publiceren. Zowel Apple (NASDAQ:AAPL), Alphabet (NASDAQ:GOOGL), Microsoft (NASDAQ:MSFT), Amazon (NASDAQ:AMZN) als Facebook (NASDAQ:FB) zullen laten zien hoe de resultaten over het afgelopen kwartaal zijn uitgevallen en of zij niet alleen aan de torenhoge verwachtingen kunnen voldoen, maar of zij deze kunnen overtreffen. In principe is er geen reden om aan te nemen dat er forse tegenvallers zullen zijn. De resultaten van deze fondsen zijn voor de hele aandelenmarkt van groot belang omdat hun weging in de index groot is. Zo bezien zijn de Big Five nog steeds de baas op de beurs. Hopelijk wordt het geen gevalletje: bezit van de zaak…
Dat er veel geld rolt door de Amerikaanse economie en veel (nieuwe) activiteiten worden ontplooid blijkt mede uit het feit dat het tekort aan voorraden een nieuw hoogste punt ooit heeft bereikt. Dat komt onder andere doordat de wereldwijde handelsstromen niet soepel verlopen. Dat blijkt onder andere uit de Baltic Dry Index, de graadmeter voor de tarieven van de bulkscheepvaart, die inmiddels de hoogste stand van de afgelopen tien jaar heeft bereikt. Daarbovenop wordt het tekort aan chips in de automobielsector steeds nijpender en bij die sector zal het niet blijven. Dit weekend konden we in de Financial Times lezen dat ook de producenten van bijvoorbeeld smartphones, televisies en andere huishoudelijke apparaten met tekorten te maken (zullen) krijgen. De wereld wordt nu eenmaal steeds verder geautomatiseerd en onderling verbonden en groener. Als onderdeel van dat proces zijn steeds meer chips nodig. Doordat de Amerikanen veel Chinese technologiebedrijven in de ban hebben gedaan, lijkt hier op korte termijn nog geen oplossing voor te komen. Niet voor niets geeft Intel (NASDAQ:INTC) aan te verwachten dat het chiptekort tot ver in 2022 kan voortduren.