Ook in onder andere de VS, Nederland en Frankrijk daalde de lange rente wat in de tweede helft van de maand, maar minder dan in Duitsland. In de ‘perifere’ landen liep de lange rente juist wat op. Kijkend naar de problemen op Cyprus en de moeizame wijze waarop het reddingsplan tot stand kwam, was de reactie op de markten uiteindelijk vrij beperkt.
Het reddingspakket voor Cyprus en opmerkingen van de voorzitter van de Eurogroep, Jeroen Dijsselbloem, zijn aanleiding geweest voor verhitte debatten en commentaren. Sommigen voorspellen een bankrun in andere landen. Dit lijkt echter wat overdreven. De bewering dat Cyprus een speciaal geval is, snijdt hout en als depositohouders in andere landen daarvan niet overtuigd kunnen worden, moet de ECB in staat zijn het hoofd te bieden aan mogelijke liquiditeitstekorten.
Verder zou een eerste teken dat banken in perifere landen een uitstroom van deposito’s verwachten, een toename van hun vraag naar leningen van de ECB kunnen zijn. Maar in de week na het eerste reddingsplan voor Cyprus daalde de opname bij de centrale bank. Dat is een positief teken, al is het nog vroeg dag om daar stellige conclusies aan te verbinden.
Nog zwakke conjunctuur
Het beeld van de conjunctuur is er in maart helaas (nog) niet beter op geworden. Zo is de samenstelde inkoopmanagersindex (PMI) in de eurozone in maart onverwacht gedaald. En ook de Economisch-sentimentindicator liet een daling zien, na vier stijgingen op rij. Dat suggereert dat de eurozone in het eerste kwartaal nog niet uit de recessie is gekomen.
ECB blijft aan de zijlijn staan
De ECB liet de belangrijkste rentetarieven begin maart ongewijzigd. Tijdens de persconferentie gaf ECB-President Draghi aan dat een renteverlaging niet waarschijnlijk is, ondanks het feit dat de groeiprognoses van de ECB zijn
verlaagd. De Bank gaat er nog steeds van uit dat de economie in de eerste helft van het jaar zal stabiliseren en dat daarna een geleidelijk herstel inzet, gesteund door de aantrekkende mondiale vraag en het ruime monetair beleid. Mario Draghi sprak zich duidelijker dan ooit uit tegen een negatieve depositorente. Al met al lijkt de ECB bereid om een uiterst traag herstel en een zeer lage inflatie te accepteren. De ECB zal vermoedelijk pas bij een duidelijke verslechtering van de macro-cijfers in actie komen. Ons basisscenario is echter dat de ECB aan de zijlijn blijft staan.
Lange rente en euro
We hebben eerder geschreven dat de risico’s rond de schuldencrisis - onder andere dankzij maatregelen van de ECB - waren afgenomen. Mede daardoor zou de lange rente weer wat kunnen oplopen van het historisch heel lage peil. Tegelijkertijd wezen we erop dat zo’n rentestijging voorlopig beperkt zou zijn omdat per slot van rekening de staatsschuldencrisis nog niet helemaal over was. Dat werd vorig maand weer eens pijnlijk duidelijk.
Toch verwachten we nog steeds dat de lange rente in Duitsland en Nederland in de loop van 2013 - 2014 geleidelijk zal oplopen. De argumenten hiervoor zijn de voorzichtige verbetering van de economische vooruitzichten en de (toch) afnemende vraag naar relatief veilige beleggingen (zoals Duitse en Nederlandse obligaties). Hard omhoog zal de rente nog niet gaan omdat het economisch herstel heel matig is en de inflatie laag. Verder is het beleid van de ECB nog steeds heel ruim.
De euro kan op korte termijn tegenover de dollar blijven schommelen rond de recente niveaus. Ook is enig herstel denkbaar als de markten er meer van overtuigd raken dat Cyprus een speciaal geval is. Maar in de loop van het jaar zal de munt wat verder verzwakken ten opzichte van de dollar. Een belangrijke reden is dat de economie van de eurozone het naar verwachting minder goed doet dan de Amerikaanse.