In het eerste kwartier na de start van de aandelenhandel in Amsterdam ging de AEX-index al snel zo’n driekwart van een procent lager. Handelaren reageerden op het licht lagere slot in New York gisteravond waar de stemming wat gedrukt werd door de publicatie van de Fed-notulen. Veel nieuws stond er overigens niet in deze notulen. Iedereen weet inmiddels wel dat het beleidscomité van het stelsel van Amerikaanse centrale banken voornemens is dit jaar nog één of twee renteverhogingen door te voeren. Uit de notulen bleek dat 16 van de 18 beleidsmakers minimaal nog 1 renteverhoging willen doen dit jaar en 12 van de 18, de meerderheid dus, nog 2 stapjes voorzien. Niet alle leden zitten dus op dezelfde lijn, er is meer verdeeldheid dan door de markt aangenomen werd. Bij de laatste vergadering, waar de rente onveranderd bleef, waren niet alle gouverneurs voor een rentepauze. Een aantal bankbestuurders was voorstander van een continuatie van de verkrappingscyclus. Ze merkten op dat de arbeidsmarkt erg krap bleef, het momentum van de economie sterker dan verwacht was en dat er onvoldoende tekenen waren dat de inflatie richting de doelstelling van 2 procent gaat. Maar blijkbaar hebben de ‘dissidenten’ zich laten overtuigen door de rest want de rentepauze was uiteindelijk een unaniem besluit.
Volgens CNBC schrokken beleggers op de beurs in Hongkong nogal van de Fed-notulen want de Hang Seng Index daalde vanochtend met bijna 3 procent. Veel logischer is echter dat China’s grootste beurs een tik kreeg door de bankensector, die geraakt werd door adviesverlagingen van Goldman Sachs (NYSE:GS). Volgens persbureau Reuters gaf de zakenbank verkoopadviezen voor onder meer Agricultural Bank of China, Industrial and Commercial Bank of China en Agbank. De adviesverlagingen van Goldman Sachs zijn gestoeld op zorgen over de blootstelling van Chinese banken aan lokale overheidsschulden en de kwetsbaarheid van de lokale banken. Bovendien kampt de Chinese banksector met de impact van lage marges, nu de rentes worden verlaagd om een afzwakkend post-COVID-herstel nieuw leven in te blazen.
ABB klaar met verkopen
Met de verkoop afgelopen week van de divisie die spanningsomvormers en transformators maakt, heeft ABB (ST:ABB) het desinvesteringsprogramma dat het in het najaar van 2020 aankondigde, afgerond. Alle activiteiten die niet tot de kernactiviteiten behoorden, zijn nu de deur uit. Daarmee is de focus terug bij ABB na een wildgroei in allerlei activiteiten gedurende het vorige decennium. De verkochte ‘Power Conversion’-divisie was gevestigd in Texas en genereerde ongeveer 440 miljoen dollar aan omzet en circa 50 miljoen dollar aan operationele winst. Hun producten zorgen ervoor dat wisselstroom, dat geproduceerd wordt door energiecentrales, omgezet kan worden in gelijkstroom dat nodig is om elektronica te laten werken. De divisie heeft grote klanten in de telecom-, datacenter- en industriële sector. Koper van de divisie is AcBel Polytech. De verkoopopbrengst werd niet bekend gemaakt maar ABB verwacht een kleine boekwinst op de verkoop. Deze zal in het derde kwartaal geboekt worden.
Ook maakte ABB bekend dat het ruim 82,7 miljoen eigen aandelen ingetrokken heeft. Dit is zo’n 4,2 procent van het aandelenkapitaal. Als gevolg van de intrekking hoeft de winst van ABB voortaan verdeeld te worden over minder aandelen, hetgeen natuurlijk de winst per aandeel hoger maakt. Het krimpende aantal aandelen samen met de hernieuwde focus, de energietransitie en de stevige trend van verdergaande elektrificatie en robotisering, maken van ABB een aantrekkelijk aandeel. Beleggers, waaronder de cliënten van Fintessa, zien dat ook en hun belangstelling heeft ervoor gezorgd dat het aandeel dit jaar al met zo’n 22 procent is gestegen op de Zwitserse beurs. Daarnaast geeft het aandeel ook nog een dividendrendement van ongeveer 2,5 procent.