Nadat januari de eerste beursdagen goed van start ging, werden beleggers onzeker. Uit de notulen van de Fed konden zij min of meer concluderen dat de beleidsbepalers er naar lijken te neigen de rente eerder te verhogen dan waar door de markt tot op heden van werd uitgegaan. De inflatie lijkt immers langer hoog te blijven. In de tweede helft van de week begon mede daardoor de Amerikaanse tienjaarsrente aan een opmars. Dat maakt op de beurzen al het verschil aangezien het er alle schijn van heeft dat beleggers het tijdperk van ultra lage renteniveaus moeten gaan afsluiten. De komende tijd zullen beleggers moeten zoeken hoe ze met de veranderende beleggingsomstandigheden om moeten gaan en dat kan leiden tot meer beweeglijkheid op de beurzen.
Vorige week werd er reikhalzend uitgekeken naar het officiële banenrapport, nadat loonstrookjesverwerker ADP een veel hoger dan verwacht aantal nieuwe banen bekendmaakte. De officiële banengroei met 199.000 viel vervolgens tegen. Er werd een aanwas van 450.000 verwacht. We zien dat er door de coronapandemie vooral in de educatiesector veel scholen telkens open en dan weer dicht gaan en dat dit leidt tot verstoringen in het beeld. Zo werden de cijfers over oktober en november werden naar boven bijgesteld. Het werkloosheidspercentage kwam met 3,9 procent veel lager uit dan waarop analisten rekenden.
Het gemiddelde uurloon steeg met 4,7 procent op jaarbasis. Zo bezien is het dus zo gek nog niet dat een aantal leden van het beleidsbepalende comité van de Fed meer haast wil maken met niet alleen het afbouwen van het inkoopprogramma, maar ook met het verhogen van de beleidsrente. Woensdag aanstaande volgt er wellicht een nieuwe bevestiging daarvan, want dan wordt in de Verenigde Staten het nieuwste inflatiecijfer bekendgemaakt. Wie weet kunnen beleggers dan een antwoord krijgen op de vraag hoe het verder zal gaan. Daarbij zullen zij goed moeten kijken wat de factoren zijn die het meeste bijdragen aan het inflatiecijfer. Verstoringen aan de aanbodzijde zijn niet echt te verhelpen door de rente te verhogen. Door de rente op te trekken zullen spullen uit China immers niet sneller in de Verenigde Staten arriveren. Aan de andere kant is de inflatie ook hoger doordat er veel (meer) vraag naar producten is wat zorgt voor een prijsopdrijvend effect. Het is die inflatie die de Fed wel kan aanpakken met een verhoging van de officiële renteniveaus.
Overigens blijkt historisch dat aandelen in tijden van inflatie redelijk stand kunnen houden. Meestal stijgen aandelenmarkten als de rente wordt verhoogd. De eerste zes tot twaalf maanden na de eerste renteverhogingen pakken doorgaans positief uit op de beurs. Vaak gooien beleggers pas in een later stadium de handdoek in de ring. Pas op het moment dat de rente weer verlaagd moet worden is de nood aan de man. Die is namelijk pas nodig als het niet meer (zo) goed gaat met de economie en daardoor met de beurs.
Cijferseizoen deze week van start
Inmiddels staat het cijferseizoen bijna voor de deur. Eind van de week openen BlackRock (NYSE:BLK), JPMorgan (NYSE:JPM) en Citigroup (NYSE:C) het bal. De vergelijkingsbasis wordt minder eenvoudig, dus zal het waarschijnlijk minder gemakkelijk worden om de verwachtingen te verslaan. Van alle bedrijven uit de S&P 500 hebben er tot op heden voor het net afgesloten vierde kwartaal pas 93 überhaupt een verwachting afgegeven wat betreft de winst per aandeel. Analisten verwachten dat de winst per aandeel van diezelfde bedrijven uit de S&P 500 met 21,3 procent is gestegen ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. Voor heel 2021 wordt een gemiddelde toename van de winst per aandeel van 45 procent verwacht. Dat is een sterk herstel na een daling van de winst per aandeel met gemiddeld 10 procent in 2020, het begin van de coronapandemie.