Eerder deze week publiceerde de centrale bank van Amerika (Fed) de notulen van de laatste beleidsvergadering in december vorig jaar. Uit de notulen bleek dat volgens de Fed aanzienlijke vooruitgang was geboekt bij het bestrijden van de inflatie. Het beleidscomité verwacht dat de inflatie ultimo 2024 in de buurt van de inflatiedoelstelling van 2 procent zal gaan uitkomen. Hierbij werd wel de kanttekening geplaatst dat niet in alle sectoren vooruitgang was geboekt om de inflatie de kop in te drukken. In de dienstensector is nog steeds sprake van inflatoire druk. De stijgende arbeidskosten werken juist in de dienstensector extra zwaar door in de inputkosten omdat de dienstverlening per definitie arbeidsintensief is.
Uit de renteverwachtingen van de Fed-bestuurders, grafisch weergegeven in de zogenaamde “dot plot”, blijkt dat er rekening wordt gehouden met een daling van de beleidsrente met 75 basispunten dit jaar. Uit de notulen daarentegen bleek dat er nog een hoge mate van onzekerheid aanwezig is bij de Fed-bestuurders over onder andere het tijdstip waarop de eerste renteverlagingen moeten gaan plaatsvinden. Vooralsnog is het beleidscomité van mening dat het monetaire beleid nog enige tijd restrictief moet blijven totdat de inflatie duurzaam naar de doelstelling van 2 procent zal tenderen. De rentebeslissingen zullen zorgvuldig worden afgewogen op basis van de ontwikkelingen van de economische data.
Arbeidsmarkt
De ontwikkelingen op de Amerikaanse arbeidsmarkt worden gezien als belangrijke input voor het monetaire beleid. Gisteren publiceerde loonstrookjesverwerker ADP de werkgelegenheid in de private sector. Het aantal banen steeg in december van 101.000 naar 164.000. Vooraf werd er rekening gehouden met een stijging naar 130.000. De aanzienlijk beter dan verwachte banengroei is onder andere toe te schrijven aan de ommezwaai bij de vrijetijdsbestedingen (leisure en hospitality). In deze sector nam het aantal banen toe met 59.000. In de bouwsector (construction) was de toename 24.000 en de top drie werd afgesloten door de financiële dienstverleningssector met een stijging van het aantal banen met 18.000.
Ook de daling van de wekelijkse steunaanvragen naar 202.000, dit is het laagste niveau sinds medio oktober jongstleden, geeft de veerkracht van de Amerikaanse arbeidsmarkt weer.
De ontwikkeling van de werkgelegenheid bevestigt volgens ADP de groei van de economische activiteiten in de Amerikaanse dienstensector. Gisteren bleek namelijk uit de cijfers van S&P Global dat de inkoopmanagersindex voor deze sector is gestegen van 50,8 naar 51,4. De onderliggende deelindex “nieuwe orders” steeg het hardst sinds juni 2023.
In december was de gemiddelde loonstijging 5,4 procent op jaarbasis. Dit is slechts 0,2 procent lager dan in november. De gemiddelde loonstijging van de werknemers die van baan zijn gewisseld, kwam uit op 8 procent. Met deze loonstijgingen mag geconcludeerd worden dat het gevaar van een loonprijsspiraal nog niet geweken is.
De sterke cijfers uit de dienstensector en de hoge mate van onzekerheid over het rentebeleid bij de Fed-bestuurders zijn mede debet aan de slechte start van de financiële markten. De tienjaarsrente op Amerikaans staatspapier liep in een paar dagen tijd op met 15 basispunten naar iets boven de 4 procent. De toonaangevende S&P 500 index kende de slechtste start sinds 2016. Of de uitkomsten van het banenrapport vanmiddag het tij op de beurzen kan veranderen is nog maar de vraag.