Wie naar een goede spreiding in zijn beleggingsportefeuille streeft, doet er verstandig aan om zijn posities te verdelen over verschillende obligaties met emittenten uit verschillende sectoren. Daardoor is het mogelijk om de risico’s te spreiden, maar ook om een bepaald rendement op de gedane investeringen te realiseren. Deze diversificatie kan ook geschieden aan de hand van obligaties uitgegeven door bedrijven uit de voedingssector.
Het betreft hier een zeer heterogene sector, met een groot aantal spelers van divers pluimage. Tot deze sector worden zowel de producenten van landbouwmachines gerekend als de chemiebedrijven (zaden, meststofffen, pesticiden, vaccins), de bedrijven die analyses doen in laboratoria, bedrijven gespecialiseerd in de verwerking van voedingswaren en ga zo maar door. Al deze bedrijven hebben één zaak gemeen: ze zijn er op gericht om te voldoen aan de toenemende behoefte aan voeding op deze planeet. En dat proberen ze op een winstgevende manier te doen.
Hoewel de laatste jaren aanzienlijke vooruitgang werd geboekt op het vlak van de productiviteit dreigt er nog altijd een onevenwicht tussen vraag en aanbod was voeding betreft. Dat heeft te maken met de aangroei van de wereldbevolking, met de verwachting van een langere levensduur en met de globale toename van de middenklasse. Dat onevenwicht zal weggewerkt moeten worden met technologische verbeteringen (zoals bijvoorbeeld verticale landbouw), waarbij tevens rekening moet worden gehouden met milieucriteria en met respect voor de gezondheid. Een zware uitdaging, met andere woorden.
John Deere, Campbell, Brasil Foods…
Fabrikant van landbouwmachines John Deere (A bij Standard & Poor’s) is er van overtuigd goed geplaatst te zijn om van deze trends te kunnen profiteren. Dochtermaatschappij John Deere Capital heeft recent beroep gedaan op de beleggers voor de financiering van de werking van haar activiteiten. Dat gebeurde door de emissie van een aantal obligaties, waarvan eentje met een omvang van 400 miljoen dollar, een coupon van 2,875% en met een looptijd tot 12 maart 2021. Deze obligatie kan worden gekocht aan 99,73% op de secundaire markt.
Een stuk hoger in de waardeketen moet Campbell Soup Company (NYSE:CPB) gesitueerd worden, een bedrijf vooral actief in de segmenten soep en koekjes. Campbell kwam recent met 7 nieuwe obligaties naar de markt. Zo is er bijvoorbeeld een obligatie die loopt tot 2025 met een vaste coupon van 3,95%. Ze is met een rating BBB bij Standard & Poor’s verkrijgbaar in coupures van 2.000 dollar. De huidige koers van 99,81% stemt overeen met een rendement van 3,98%. In hetzelfde segment van de markt kunnen ook bedrijven als Kellog Co. (ontbijtgranen) of Kraft Heinz Food (Ketchup Heinz, roomkaas Philadelphia, fruitsappen Capri-Sun...).
Er zijn ook mogelijkheden bij obligaties van niet-Amerikaanse bedrijven, zoals bijvoorbeeld de perpetual met variabele rentevoeten uitgegeven door Suedzucker International Finance, een belangrijke dochter van de Europese suikergroep. De coupon van deze obligatie wordt op het einde van elk kwartaal berekend op basis van de Euribor op 3 maanden vermeerderd met een vaste premie van 3,10%. Verkrijgbaar in coupures van 100.000 dollar noteerde deze obligatie begin deze week onder pari, meer bepaald aan een koers van 99,80% van de nominale waarde. Met deze achtergestelde perpetual werd 700 miljoen euro opgehaald, ze heeft een rating B+ in de speculatieve categorie bij Standard & Poor’s.
Brasil Foods (BRF-Brasil Foods SA BRFS3), de nummer 2 op de Braziliaanse voedingsmarkt na JBS MARFRIG (SA:MRFG3), heeft een obligatie uitstaan die loopt tot 2026 met een vaste coupon van 4,35%. Het betreft een senior niet-gewaarborgde met een rating BB+, dus eveneens in de speculatieve categorie bij Standard & Poor’s. Aan een koers van 88,80% bedraagt het jaarlijks rendement 5,91%. De halfjaarlijkse coupon wordt op 29 maart uitbetaald.