De markten in de Verenigde Staten openden gisteren al hoger als reactie op de beter dan verwachte cijfers van Apple (NASDAQ:AAPL) en Boeing (NYSE:BA). Maar na de persconferentie van Jerome Powell, als toelichting op het eerste rentebesluit van 2019 van de Fed, ging het helemaal los op de beurzen in New York. Zoals verwacht verhoogde het FOMC, het beleidscomité van het stelsel van Amerikaanse centrale banken, de rente niet. Het blijft staan op een range van 2,25% tot 2,5%. Maar de verklaring dat het huidige rentetarief ‘passend’ is bij de huidige staat van de economie en dat het FOMC ‘geduld’ zal betrachten met het verhogen van de rente en even wil aankijken hoe de Amerikaanse economie zich ontwikkelt, was het signaal dat beleggers wilden horen. Daarmee is namelijk voorlopig een einde gekomen aan het verhogen van de rente.
Bij het vorige rentebesluit in december zei Powell nog dat een verdere geleidelijke verhoging van de rente in 2019 nodig zou zijn. Hij dacht aan nog minimaal 2 stapjes. Nu is de Fed dus 180 graden gedraaid. Bovendien is ook de visie op de lopende verkleining van de balans gedraaid. Powell gaf aan niet alleen het rentewapen te gebruiken indien nodig, maar ook de balansverkleining aan te zullen passen indien de Amerikaanse economie daarom vraagt. Nu desinvesteert de Fed maandelijks op de automatische piloot zo’n 50 miljard dollar aan aflossende obligaties en trekt het de vrijvallende middelen in. Hiermee verkrapt het de monetaire geldhoeveelheid. Mochten economische ontwikkelingen daarom vragen, dan zou dit bedrag kleiner kunnen worden of zelfs geheel kunnen vervallen.
De draai van de Fed is volgens Powell niet te wijten aan een grote verschuiving in de economische ontwikkelingen. Hij ziet nog steeds een gestage groei van de Amerikaanse economie. Maar de economieën van China en Europa ziet hij wel vertragen. De belangrijkste reden voor het huidige standpunt van het FOMC is echter dat door de lagere energietarieven de inflatieverwachtingen zijn gedempt. En de belangrijkste reden om de rente te verhogen is toch het oplopen van de inflatie.
Royal Dutch Shell overtreft verwachtingen
Vanochtend kwam Shell (AS:RDSa) met de kwartaal- en jaarcijfers. De verwachtingen van analisten waren gespannen. De olieprijs ging in december immers flink onderuit. Dus het zou zo maar kunnen dat de winst van Shell tegen zou vallen. Naar nu blijkt, maakten de analisten zich onterecht zorgen. De cijfers van Shell waren prima. De jaarwinst was fors hoger. De winst kwam uit op 21,4 miljard dollar. Dit was in 2017 nog 15,8 miljard dollar. In het vierde kwartaal kwam de winst 32% hoger uit op 5,7 miljard dollar.
Bij de drie belangrijkste divisies was het resultaat fors beter. Bij Upstream (de winning van olie) bedroeg deze 1,9 miljard dollar (+14%). Integrated Gas (de LNG-activiteiten) deed het erg goed met 44% meer winst (2,4 miljard dollar). En de divisie Downstream (raffinage en verkoop van olieproducten) scoorde een 53% hoger resultaat en kwam uit op 2,1 miljard dollar.
CEO Van Beurden sprak van een ‘zeer sterke financiële prestatie’. Het lukt Shell om sneller dan verwacht zijn balans te verkleinen met behoud van kapitaalsinvesteringen in belangrijke groeiprojecten. De goede cijfers maken het mogelijk om weer voor 2,5 miljard dollar aan aandelen in te gaan kopen. Hiermee doet Shell een volgende stap met het programma om voor het einde van 2020 voor 25 miljard dollar aan aandelen te hebben ingekocht. Tot nu toe is er voor 4,5 miljard dollar ingekocht.
De operationele vrije kasstroom bedroeg het afgelopen kwartaal 22,0 miljard dollar. Dit was het jaar ervoor nog maar 7,3 miljard dollar. Er is dus voldoende cash voorhanden voor de inkoop van aandelen en om het kwartaaldividend op 47 dollarcent te houden.
Outlook
Als gevolg van desinvesteringen, uitputting van velden en onderhoudswerkzaamheden verwacht Shell dat de productie dit kwartaal in elk van de 3 divisies lager zal zijn dan in het vierde kwartaal van 2018. Dit baart sommige beleggers zorgen. Vooral het feit dat Shell meer olie en gas verkoopt dan dat het aan nieuwe velden ontdekt, is natuurlijk een punt van aandacht. In de jaren 2015-2017 lag de vervangingsverhouding gemiddeld op 96%. In 2018 is dit echter fors gedaald naar slechts 53%. De verklaring hiervoor is de lage investeringsbereidheid in de afgelopen jaren vanwege de lage olieprijs. De uitgaven aan exploratie (het zoeken naar nieuwe olie- en gasvelden) moeten daarom flink omhoog om de opgelopen achterstand in te lopen.
Beleggers waren blij met de beter dan verwachte resultaten en sloegen flink wat aandelen Royal Dutch Shell in. Het gevolg was een ruim 4% hogere koers op de beurs in Amsterdam.