De Europese Centrale Bank (ECB) heeft de rente ongemoeid gelaten, maar houdt de deur open voor een renteverlaging.
ECB-president Mario Draghi ziet nog flinke risicos voor het herstel in de eurozone. Het gevaar bestaat dat de economie minder opkrabbelt door een tegenvallende binnenlandse vraag. Daarnaast waarschuwde hij dat het tekortschieten van structurele hervormingen in de eurolidstaten het vertrouwen kan schaden, evenals de economische groei.
De inflatie in de eurozone is onder de 2% uitgekomen, en zal dit jaar aan de lage kant blijven van dat percentage. Daarom zal de ECB nauwgezet alle economische en monetaire ontwikkelingen volgen en de invloed daarvan op de prijsstabiliteit taxeren. Indien nodig wordt er ingegrepen. Dat impliceert dat de ECB een rente-ingreep niet uitsluit als economische data blijven teleurstellen. De centrale bank wil niet aan een negatieve depositorente bleek bij het rentebesluit vorige maand; waarschijnlijk wordt de herfinancieringsrente verlaagd. Dat heeft, in tegenstelling tot het verlagen van de depositorente, weinig invloed op de interbancaire rente, maar biedt voordelen omdat banken dan goedkoper kunnen lenen bij de ECB.
Omdat hoofdzakelijk banken in de Europese periferie de kredietfaciliteit van de ECB aanspreken, kan het verlagen van de herfinancieringsrente het doel zijn. Dat stuwt het sentiment, maar heeft een negatieve invloed op de euro. De kans op een rente-ingreep is gestegen na de opmerkingen van Draghi, maar hangt sterk af van belangrijke economische data in de komende weken.
In een eerste reactie daalde de euro tegenover de dollar, maar tegen het einde van de persconferentie veerde de Europese eenheidsmunt op. De Europese beurzen voelden zich door het uitblijven van ferme maatregelen niet gesterkt door de ECB. Het verschil in beleid met dat van de Bank of Japan en FED, die wel inzetten op verruiming van het monetaire beleid, is groot.