Gisteren verliep de handelsdag op de AEX in eerste instantie redelijk positief, hoewel de winsten van eerder in de week niet echt verder werden uitgebouwd. Zo rond vier uur, na een rode opening op Wall Street, draaide de stemming echter en sloot de Amsterdamse hoofdindex de handelsdag af met een fors verlies van 1,6 procent op 701,19 punten. Overigens daalde de AEX iets forser dan de andere Europese markten als gevolg van winstnemingen op Unilever (AS:ULVR) dat dinsdag flink hoger sloot. De verklaring voor de plotselinge ommezwaai kwam vanuit de Verenigde Staten. Daar had CEO Jamie Dimon van de Amerikaanse zakenbank J.P. Morgan in zijn glazen bol gekeken en voorzag hij storm op komst op de financiële markten, ja zelfs een tornado. Hij adviseerde zijn beleggers om zich goed vast te houden. De twee belangrijkste factoren waarmee Dimon rekening houdt, zijn de oorlog in Oekraïne en de verkrapping van de Fed die begonnen is met renteverhogingen en deze maand voor het eerst 95 miljard dollar aan afgeloste obligatieleningen niet zal herbeleggen. Daarnaast verwacht Dimon dat als gevolg van de oorlog in Oekraïne de grondstoffen flink duurder zullen worden. Zo ziet hij de mogelijkheid dat de olieprijs zal kunnen oplopen naar 150 á 175 dollar per vat.
Dimon vertelde natuurlijk niets nieuws met zijn weerbericht maar zijn boodschap kwam aan omdat door een tweetal prima macro-economische cijfers de angst bij beleggers terugkwam dat de Fed te weinig doet en steviger zal moeten ingrijpen. Want zo krom is het tegenwoordig; goed nieuws is slecht nieuws. Een tweetal inkoopmanagersindices voor de Amerikaanse industrie lieten gisteren zien dat de Amerikaanse economie nog steeds groeit. Uit cijfers van Institute for Supply Management bleek dat de industrie in de Verenigde Staten in mei onverwacht in een groeiversnelling terecht is gekomen. De inkoopmanagersindex van ISM steeg van 55,4 in april naar 56,1 afgelopen maand. De index van Markit suggereerde weliswaar een vertraging van de groei in mei in de Verenigde Staten, maar desondanks voorzien zij ook nog steeds een flinke groei. Deze index daalde van 59,2 in april naar 57,0 in mei. Een getal boven de 50 geeft aan dat de economie groeit. De cijfers werden bevestigd met de publicatie van het Beige Book van de Fed gisteravond. Ook hieruit blijkt dat er nog steeds sprake is van aanhoudende groei in de Verenigde Staten. Daarnaast was er gisteren het bericht dat het aantal vacatures in Amerika weliswaar is gedaald van 11,9 naar 11,4 miljoen, maar dat betekent dat er nog immer een grote krapte heerst op de arbeidsmarkt. Voor elke werkloze zijn er twee banen beschikbaar. In de loop van de dag herstelden de markten in New York gisteravond enigszins. Aan de hand van dit herstel openden de Europese markten vanochtend in het groen en lijkt Dimon’s ‘Code Geel’ een storm in een glas water. Net zoals we in Nederland inmiddels gewend zijn van een Code Geel.
Opnieuw duurzame innovaties bij Stora Enso
Sinds kort belegt Fintessa in het Finse bedrijf Stora Enso (HE:STERV) voor haar cliënten. Naast een faire waardering, een prima toekomstperspectief en een aantrekkelijk dividendrendement, is de keuze op Stora Enso gevallen vanwege het streven van de Finnen naar een steeds verder gaande verduurzaming van de maatschappij. Zo probeert het met innovaties steeds meer producten die gemaakt worden van fossiele brandstoffen te vervangen door materiaal van bomen. Stora Enso is één van de grootste private bosbouwers ter wereld. Hout onttrekt CO2 aan de atmosfeer terwijl fossiele brandstoffen de hoeveelheid CO2 juist laten toenemen. Met hun eigen hout maakt Stora Enso verpakkingen. Ze zijn één van de grootste verpakkingsbedrijven in Europa en met hun papieren en kartonnen verpakkingen vervangen ze op grote schaal plastic verpakkingen en gebruiksvoorwerpen.
Onlangs kwam Stora Enso wederom met een tweetal innovaties. Ten eerste maakten ze bekend een samenwerkingsverband gesloten te hebben met het Letse Latvijas Finieris dat multiplex maakt. De houten platen die op elkaar geplakt worden, en zo multiplex vormen, worden tegenwoordig geplakt met lijm waarvan de grondstoffen zijn geleverd door Stora Enso. De lijm is een milieuvriendelijk product omdat deze gemaakt is van bomen in plaats van olie. De ecologische footprint van het multiplex neemt hierdoor met 49 procent af zonder in te boeten op de kwaliteit van het product.
Daarnaast is Stora Enso een samenwerkingsverband aangegaan met het Zweedse Modvion dat windmolens maakt van hout. Stora Enso levert het hout. Een eerste windmolen is inmiddels al in bedrijf in de buurt van Göteborg. Dit proefexemplaar is slechts 30 meter hoog, maar het is de ambitie om windmolens te maken van 150 of 200 meter hoog net als de stalen varianten van tegenwoordig. Houten windmolens, waarvan per eenheid product het hout sterker is dan staal, hebben diverse voordelen ten opzichte van de stalen exemplaren die thans gebruikt worden op land en op zee. Ten eerste is het productieproces veel duurzamer. Zoals gezegd onttrekt hout CO2 aan de atmosfeer en komt er bij de productie van staal juist zeer veel CO2 vrij. Daarnaast kan het hout van de molen aan het einde van zijn levensduur worden hergebruikt. Dit is bij de stalen variant veel minder het geval. Ten tweede worden de houten molens modulair opgebouwd, hetgeen bij de stalen tegenhangers niet het geval is. Daardoor wordt het transport veel gemakkelijker en kost dit minder brandstof. Het derde voordeel is dat de houten windmolens gelijmd worden terwijl voor de stalen varianten vele tienduizenden stalen bouten nodig zijn. De samenwerkende bedrijven gaan ervan uit dat ze dit jaar de eerste houten windmolens nog zullen verkopen.