Greenspan-put
Op 19 oktober 1987 stortte de Dow Jones Index met 22,6 procent in, op één enkele dag. Deze eerste beurscrash na de Tweede Wereldoorlog ging de geschiedenis in als Zwarte Maandag. De net twee maanden eerder door Ronald Reagan als voorzitter van de Federal Reserve benoemde Alan Greenspan besloot onmiddellijk in te grijpen. Om het bedrijfsleven door de ontstane crisis te loodsen verlaagde hij de rente. De beurzen herstelden. Daarmee schiep de Amerikaanse centrale bank een belangrijk precedent. Vanaf dat moment konden beleggers erop vertrouwen dat in tijden van nood op de beurs de machtige centrale bank ze ten allen tijde te hulp zou schieten. De Greenspan-put was geboren. Ook de gevleugelde uitspraak “Do Not Fight the Fed” raakte in zwang.
Long Term Capital Management
In 1998 werden de beurzen geteisterd door de Azië-crisis. In de nazomer devalueerde Rusland de roebel en ging het roemruchte hedgefonds Long Term Capital Management failliet. Een hedgefonds beheerd door Nobelprijswinnaars waar nogal wat internationale coryfeeën in belegd zaten. Een onmiddellijke actie van de Federal Reserve kon niet uitblijven. Wederom herstelden de beurzen. In Nederland zou de AEX na in korte tijd met niet minder dan 40 procent te zijn gedaald zelfs in de plus het jaar uitgaan.
QE
Ook de internet bubble van rond de eeuwwisseling werd op soortgelijke wijze bestreden. Weer veerden de beurzen op. Tijdens de kredietcrisis een kleine tien jaar later was het verlagen van de rente niet langer voldoende om de markten tot bedaren te brengen. De Fed besloot tot iets nieuws. Het begon staats- en hypotheekobligaties op te kopen. Kwantitatieve verruiming (QE) was geboren. Althans, in de moderne beursgeschiedenis, want in de jaren ’30 had de toenmalige centrale bank dit middel reeds gebruikt. Wederom bood de Amerikaanse centrale bank de beurs de helpende hand. De markten zouden ook na de kredietcrisis weer herstellen. De weg naar nieuwe All Time Highs werd weer voortgezet.
Een naar virus
Toen was daar plotseling dat nare virus begin 2020. De beurzen leverden in een goede maand zomaar 40 procent van hun waarde in. De financiële wereld in rep en roer! Geen man overboord, we hadden immers nog onze reddende engel -de Federal Reserve- die ons van de ondergang zou gaan redden. Aldus geschiedde. Een niet eerder vertoond ruim opgezet opkoopprogramma gaf de beleggers het vertrouwen om toch weer in te stappen. De beurzen herstelden en zetten hun weg naar nieuwe toppen weer in.
Het inflatiespook
“Do Not Fight the Fed” is inmiddels een gevleugelde uitspraak op de beurs. Eenieder die toch tegen het beleid van de Amerikaanse centrale bank in belegde verdween uiteindelijk roemloos op het financiële kerkhof. Al deze ruimhartige steunoperaties hadden echter ook hun prijs. De rente zakte naar nul en in sommige delen van de wereld zelfs daaronder. De balansen van de centrale banken bezweken bijna onder de opgekochte effecten. Er werden dusdanige bedragen in de economie gepompt dat het onvermijdelijke uiteindelijk gebeurde. Plots was hij daar, het gevreesde inflatiespook.
Een waarschuwing van Powell
En daar staan we dan. Wederom steekt er een nieuwe virusvariant de kop op. Omicron is nu al gevreesd op de beurs. Bij aanhoudende onrust zullen beleggers weer rekenen op de helpende hand van de Federal Reserve en andere centrale banken. Die hebben ze immers altijd geboden. Hun beleid heeft er feitelijk voor gezorgd dat er continu een veilige put optie onder de markt ligt. Er is misschien een klein probleempje. De centrale banken hebben hun territorium inmiddels zo ver uitgebreid dat ze tegen een onvermijdelijke muur zijn opgelopen. Een hele hoge muur waarop met grote letters het woord “inflatie” staat geschreven. Het beperkt de actieradius van de centrale bankiers. Al 34 jaar geldt het motto Buy-the-Dip op de beurs. Fed-gouverneur Powell gaf gisteren tussen de regels door echter een voorzichtige waarschuwing af. Buy-the-Dip of misschien nu even nog niet?