Op zo’n mooie dag als vandaag past het prima om het over zonnebrand te hebben. En dat komt goed uit want vanochtend kwam Beiersdorf, de grootste verkoper van zonnebrand ter wereld, met de halfjaarcijfers. Helaas waren ze niet best, maar dat was ook te verwachten met historische dieptepunten in het toerisme en de vele gesloten winkels op vliegvelden vanwege corona. Hoewel Beiersdorf (DE:BEIG) de situatie wel ziet verbeteren, gaf het toch een winstwaarschuwing af voor het gehele jaar. De Duitse firma verwacht dat de verkopen zullen dalen met een EBIT-marge die significant lager zal zijn dan vorig jaar. Volgens de Schaal van Mock zal deze dan 12 tot 20% lager uitkomen.
De verkoper van onder meer Nivea en Hansaplast zag de omzet in het eerste halfjaar met 10,7% dalen naar € 3,45 miljard. De daling was meer dan de consensus van analisten die slechts 9% daling verwachtten. De consumentendivisie verkocht 10,9% minder, van de Tesa-plakmiddelen werd 10,0% minder verkocht. De grootste ‘bleeder’ was het premium huidverzorgingsproduct La Prairie dat 41,9% minder omzet scoorde. Dit was het gevolg van de massale sluiting van de winkels die zich vooral op vliegvelden en andere toeristische plekken bevinden. Ondanks de dalende omzet zag Beiersdorf wel het marktaandeel in alle divisies toenemen. Zowaar een pleister op de wonde (van Hansaplast natuurlijk). Ook positief is dat Beiersdorf de internetverkopen sterk zag aantrekken; hier groeide de omzet met 50% in het eerste halfjaar. Voor de verkoop van zonnebrand was juni, logischerwijs, de slechtste maand in het eerste halfjaar met 33% minder omzet ten opzichte van vorig jaar.
De operationele winst (EBIT) daalde met 20,4% naar € 472 miljoen. De EBIT-marge daalde van 15,4% naar 13,7% (-11%). Onder aan de streep daalde de nettowinst van € 417 miljoen naar € 291 miljoen, een daling van 30,1%. Er waren veel bijzondere lasten vanwege de corona-hulpprogramma’s waar Beiersdorf aan bijdroeg. Zo doneerde het meer dan 1 miljoen liter aan desinfecterende middelen en 5 miljoen handverzorgingsproducten van Nivea. De winst per aandeel nam met 30,4% af tot € 1,26. De daling van de omzet en de winst is volgens CEO Stefan de Loecker geheel te wijten aan de COVID-19 pandemie. Daarmee is het mindere resultaat dus ook slechts tijdelijk. Want ooit zal de pandemie over zijn en zullen de verkopen weer aantrekken. Toch?
Beleggers in het aandeel waren ‘not amused’ met de winstwaarschuwing en zetten het aandeel tot ruim 4% lager. De irritatie van beleggers is terecht; het is immers gebruikelijk dat winstwaarschuwingen niet afgegeven worden op de dag van de cijfers maar enkele weken voorafgaand hierop.
De bom onder de euro blijkt een blindganger
De maand augustus is positief begonnen op de beurzen. Aandelen worden omhoog gestuurd door mooie bedrijfscijfers en meevallende verwachtingen van inkoopmanagers. Maar er is mogelijk nog een derde reden waarom bij beleggers het glas thans halfvol is. En dat is de bevestiging dat de Bundesbank mee mag blijven doen aan het opkoopprogramma. De steunoperaties van de ECB kunnen dus ongewijzigd doorgaan.
Gisteren verliep het ultimatum van het Duits Constitutioneel Hof in Karlsruhe dat drie maanden geleden gesteld werd aan de ECB. De Europese Centrale Bank moest de proportionaliteit van het reguliere opkoopprogramma (PSPP), dat startte in 2015, onderbouwen. Kon de ECB dit niet, dan moest de Bundesbank stoppen met het doen van aankopen onder het steunprogramma. Een regelrechte bom onder de ECB en de euro. Er werd nog even geprutteld door het Europees Hof van Justitie dat alleen zij daarover zouden kunnen oordelen, maar Karlsruhe hield voet bij stuk. De proportionaliteit moest onderbouwd worden. En dus moest snel een uitweg gevonden worden.
In de notulen van de vergadering van de ECB in juni stonden ineens tien alinea’s over hoe het beleidscomité in 2015 tot een beslissing was gekomen om te starten met het opkoopprogramma. Ook werden er enkele documenten doorgespeeld aan de Duitse regering die deze met positief advies voorlegde aan het Duitse parlement. Dit parlement besloot in een ongekend tempo dat het opkoopprogramma destijds voldoende onderbouwd was. En daarmee werd de ontsteking uit de bom verwijderd. Nu moest alleen de Bundesbank dit nog even bevestigen, volgens rechter Peter Huber van het Hof in Karlsruhe zou dit immers voldoende zijn. En dus kwam deze bevestiging afgelopen maandag bij monde van Bundesbank-president Weidmann in de Frankfurter Allgemeine Zeitung. Weidmann stelde dat de Bundesbank van mening is dat aan de vereisten in de uitspraak van 5 mei jongstleden van het Duits Constitutioneel Hof is voldaan. Daarmee is de kous af. De Bundesbank kan gewoon mee blijven doen aan het opkoopprogramma PSPP en aan alle daarna opgestarte steunprogramma’s. En dat is heel goed nieuws voor beleggers.