Na een paar relatief rustige dagen ontstond er in de markt onzekerheid over de financiële stabiliteit van Deutsche Bank (ETR:DBKGn). Eigenlijk zit Deutsche Bank min of meer in hetzelfde schuitje als Credit Suisse (SIX:CSGN). Kort door de bocht zou je kunnen zeggen dat het ook een al jaren doormodderende investmentbank is waar het herstructureren van de activiteiten erg moeizaam verloopt. Door de huidige onrust, waar door beleggers bij alle financials vraagtekens worden gezet, en het feit dat Deutsche Bank een zogenaamde Tier 1-lening vervroegd afbetaalde, liepen de credit default swaps, de verzekering tegen wanbetaling van de obligaties, hard op en ging de koers van het aandeel Deutsche Bank hard onderuit. Het is iets wat we de afgelopen weken al vaker hebben zien gebeuren. Als partijen een bank niet meer vertrouwen, wordt er al snel gespeculeerd tegen de zwakke broeders, waardoor de liquiditeit van de bank(en) in kwestie in hard tempo achteruit holt.
De situatie kan dus snel veranderen en dat maakt de vraag gerechtvaardigd of je in dit soort tijden überhaupt wel in banken moet beleggen. In de Verenigde Staten raakten de kleinere, regionale banken in het tumult rond de val van SVB (NASDAQ:SIVB) totaal zo’n 120 miljard dollar aan deposito’s kwijt. De grote banken konden in die periode juist, toen veel spaarders op zoek gingen naar veilige havens, 67 miljard dollar aan nieuwe deposito’s bijschrijven. Er stroomde echter ook veel geld richting money market funds. In de week die volgde op de ineenstorting van SVB vond er met 121 miljard dollar de grootste instroom sinds begin 2020 plaats. In de afgelopen week kwam daar nog eens 117 miljard dollar bovenop.
Ondertussen liggen zowel Credit Suisse als de overnemende partij UBS (NYSE:UBS) onder het vergrootglas van de Amerikaanse autoriteiten en loopt er een onderzoek over de vraag in hoeverre beide partijen Russische oligarchen hebben geholpen de Westerse sanctiemaatregelen te ontwijken. Het zette in ieder geval de koers van het aandeel UBS onder druk. Het afgelopen weekend kwam het IMF met de mededeling dat volgens deze organisatie de stabiliteit van de bankensector onder druk is komen te staan en dat, ondanks de maatregelen die de diverse toezichthouders en overheden hebben genomen, waakzaamheid geboden blijft. Bovendien gaan er meer en meer stemmen op dat de onrust in bankenland de kans op een recessie vergroot. De kou op de financiële markten is dus nog niet uit de lucht. Dat is ook te zien op de obligatiemarkten waar de rentes een flinke duikeling hebben gemaakt en waar de markten nu toch weer een renteverlaging door de Fed inprijzen.
Zo komen we deze week aan het eind van een behoorlijk bewogen kwartaal dat zo optimistisch van start ging. De Nasdaq staat dit jaar zo’n 12 procent in de plus. Dat is nogal een verschil met vorig jaar toen vooral technologiebedrijven in de hoek zaten waar, als gevolg van de oplopende rente, de klappen vielen. Deze week zijn het vooral macro-economische cijfers waarnaar gekeken kan worden. Zo staat het consumentenvertrouwen gemeten door de Universiteit van Michigan op de rol. Hier kunnen we zien of er al iets van de huidige bankencrisis is doorgesijpeld naar hoe consumenten over de staat van de economie denken. Op vrijdag, de laatste dag van het kwartaal, krijgen we een kijkje in de cijfers van het personal income en personal spending. Hier krijgen we ook inzicht in hoeverre de gemiddelde Amerikaan de hand op de knip houdt of juist het geld lekker laat rollen.
Daar zullen Apple (NASDAQ:AAPL) en Amazon (NASDAQ:AMZN) eveneens heel benieuwd naar zijn, want zij zetten groot in op het ondersteunen van lanceringen van films voor ze op de eigen streamingsdiensten verschijnen. Zowel Apple als Amazon heeft daar zo’n 1 miljard dollar per jaar voor over. Om bepaalde films te mogen streamen hebben beide bedrijven moeten beloven dat deze eerst in de bioscoop moeten verschijnen. Bovendien wordt op die manier de marketing vaak eenvoudiger. Filmstudio’s spenderen vaak miljoenen om hun producten te promoten en daar kunnen beide streamingsdiensten goed op meeliften. Amazon’s videodienst heeft in de Verenigde Staten bijvoorbeeld maar de helft van het aantal gebruikers dat Nexflix heeft. Door de krachten te bundelen met de bioscopen wordt het potentiële bereik vele malen groter en de behoefte van mensen om zich te abonneren op de diensten van Amazon wellicht ook.