Op Wall Street zat de stemming er gisteren goed in getuige de nieuwe slotrecords die de S&P 500 en de Nasdaq op de borden neerzetten. Het was echter de Dow Jones met zijn ‘oude industriële’ bedrijven die met een plus van 0,95 procent als winnaar de dag uitging.
Beleggers waren goed geluimd door de voorlopige deal die president Biden met een select groepje Democratische en Republikeinse senatoren wist te sluiten betreffende zijn infrastructuurplan. Maar waar Biden dit plan nog op 31 maart presenteerde als zijn grootse ‘American Jobs Plan’ ter grootte van 2.250 miljard dollar, ligt er nu een uitgekleed infra ‘light’ plan op tafel om de komende jaren 579 miljard dollar extra in infrastructuur te investeren. Samen met de normale uitgaven komt dat uit op 1.209 miljard dollar voor de komende acht jaar.
Hiervan wordt ongeveer 109 miljard dollar gereserveerd voor reparaties aan bruggen en wegen, 73 miljard dollar voor het verbeteren van het elektriciteitsnet, 66 miljard dollar richting spoorwegen, 65 miljard dollar voor de uitrol van breedband internet, 55 miljard dollar om het waternetwerk te verbeteren, onder andere door de vele loden pijpen te vervangen en 49 miljard dollar voor het openbaar vervoer. Ook moet er een netwerk van 500.000 laadpalen voor elektrische auto’s worden uitgerold.
Het is een uitgekleed akkoord waarbij gewenste investeringen in het onderwijs, klimaatverandering en gezondheidszorg zijn weggelaten, dus of de linkse hoek van de Democraten daar wel mee in willen stemmen is nog maar de vraag. Daarnaast zal het plan waarschijnlijk ook nog worden aangegrepen om het schuldenplafond te mogen verhogen, een onderwerp dat vanaf 1 augustus weer actueel gaat worden. We zijn er nog niet, maar de eerste aanzet is gegeven. Geen wonder dat Caterpillar (NYSE:CAT), de grote fabrikant van bouwmachines, de Dow aanvoerde met een plus van 2,6 procent. Het is ook goed nieuws voor onze belegging in Holcim, de Frans-Zwitserse producent van bouwmaterialen (beton en cement) dat immers 16 procent van de omzet in de Verenigde Staten realiseert.
Nike (NYSE:NKE) ‘Just did it’
Het Amerikaanse sportartikelenmerk Nike publiceerde gisteren nabeurs verbluffend goede cijfers en een heel fraaie outlook. In het vierde kwartaal, dat bij Nike op 31 mei eindigt, scoorde het een omzet van 12,34 miljard dollar, bijna een verdubbeling ten opzichte van een jaar geleden. Analisten hadden op 11 miljard dollar gerekend. De veel beter dan verwachte Noord-Amerikaanse verkopen compenseerden ruimschoots de wat tegenvallende Chinese verkopen, waar consumenten westerse merken boycotten vanwege de Oeigoerse kwestie.
Over het hele boekjaar zag Nike de omzet met 19 procent stijgen tot 44,5 miljard dollar, waarop het concern een nettowinst wist te behalen van 5,73 miljard dollar. Nike verkoopt daarbij zelf steeds meer direct aan de consument via eigen winkels en online dus zonder tussenkomst van andere grote winkelketens. Deze directe verkopen stegen vorig jaar met 32 procent tot 16,4 miljard dollar (9 miljard dollar online) en vertegenwoordigen nu al bijna 37 procent van het totale volume.
Nog belangrijker misschien wel was de positieve outlook. De consument spendeert zijn geld na de lockdown volop aan sportschoeisel en -kledij. Nike verwacht het komend jaar een omzet te behalen van meer dan 50 miljard dollar. Dat is minimaal 11 procent meer. Nabeurs steeg het aandeel hierop met 12 procent. De aandelen van Adidas (DE:ADSGN), waar we bij Fintessa in beleggen, weten vandaag fraai mee te liften met een stijging van 5 procent. We zijn benieuwd of Adidas bij de presentatie van de halfjaarcijfers op 5 augustus de resultaten en verwachtingen van Nike kan overtreffen.