Yellen moment
Ruim een maand geleden vond de nominatie plaats van Janet Yellen als de nieuwe minister van financiën van de Verenigde Staten. Tijdens haar toespraak vertelde ze de leden van het Congres dat de tijd voor de overheid was gekomen “to act big” om de economie te stimuleren. Deze gebeurtenis staat inmiddels bekend als het “Yellen moment” en zou wel eens een historische betekenis kunnen gaan krijgen. Net zo historisch als de befaamde Volckerschok waarmee de gouverneur van de Federal Reserve Paul Volcker de strijd met de inflatie aanging in 1979. Of recenter, de inmiddels beroemde woorden van voormalig gouverneur van de ECB Mario Draghi “Whatever it takes" in 2012 waarmee de euro en de markten werden gered. Net als deze twee gedenkwaardige momenten uit de financiële geschiedenis lijkt de uitspraak van mevrouw Yellen een belangrijk keerpunt te worden voor de economie en de markten.
20 procent
Volcker verhoogde de Fed Funds Rate tot 20 procent en zou met deze actie uiteindelijk de gierende inflatie in de Verenigde Staten de nek omdraaien. Zoals we allemaal weten is de rente – op zeker moment zelfs 21,5 procent – sindsdien aan een langdurige dalende trend begonnen. . Gouverneur Mario Draghi – tegenwoordig premier van Italië - liet zich tijdens een meeting in Londen ontvallen dat de ECB alles in het werk zou stellen om de euro overeind te houden. Hij voegde er nog de bijzin “and belief me, it will be enough” aan toe. Hij doelde op het opkoopprogramma van de centrale bank dat jaren later van start zou gaan. Het bleek het keerpunt in de eurocrisis en de markten zouden zich weer herstellen.
Monetarisme
Ruim 40 jaar werden de financiële markten gedomineerd door het monetarisme en neoliberale denkbeelden. Deze werden met name gepropageerd door het IMF. Een goede overheid was vooral een kleine overheid. Belastingen dienden te worden verlaagd, staatsuitgaven onder controle gebracht en de markt moest het werk doen. Om dat mogelijk te maken werd er bezuinigd op overheidsuitgaven, dienden begrotingen vooral in evenwicht gebracht te worden en regelgeving teruggedrongen. De inflatie – zo kenmerkend voor de jaren 70 – zou zo vanzelf verdwijnen. Aldus geschiedde. Voor de financiële markten braken grootse tijden aan. Vanaf begin jaren 80 zouden aandelen- en obligatiemarkten aan een ongekende opmars beginnen die heden ten dage nog steeds niet ten einde lijkt te zijn gekomen. Een afnemende inflatie maakte een steeds verder dalende rente mogelijk. De rente zou zelfs zo ver dalen dat er inmiddels gesproken wordt van “gratis geld”.
Uitwassen
De globalisering en de economische voorspoed die hier het gevolg van waren droegen echter ook bij aan uitwassen die onder grote delen van de bevolking op steeds meer weerstand begonnen te stuiten. De beurs zou veranderd zijn in een casino. De markten werden steeds instabieler. Het verschil tussen de winnaars en de verliezers werd steeds groter. Het populisme stak de kop op en toen kwam de coronacrisis. Het virus bracht deze ontwikkelingen nog eens in een stroomversnelling en bij veel autoriteiten begon het te dagen dat er wellicht ingrijpende maatregelen nodig waren om het tij te kunnen keren. Centrale banken zetten de geldkranen wagenwijd open en overheden lieten elke vorm van fiscale discipline volledig varen. Zoals zo vaak namen de Verenigde Staten hierin het initiatief.
Herhaalt de geschiedenis zich?
Met de uitspraak to “Act Big” – mede ondersteund door veel toonaangevende economen en het van oudsher fiscaal oerconservatieve IMF – lijkt de regering van de Verenigde Staten een nieuwe weg in te slaan. Het ministerie van financiën en de Federal Reserve lijken gezamenlijk op te gaan trekken. De onafhankelijke, zelfstandige positie van de Federal Reserve lijkt daarmee te worden losgelaten. Hierdoor hoeven de markten niet meer alleen op de steun van de centrale bank te leunen. Er worden vergelijkingen getrokken met de situatie in de Verenigde Staten na de Tweede Wereldoorlog. De kostbare oorlog had de staat destijds opgezadeld met een enorme schuldenlast. Schulden die bestreden dienden te worden met een zeer lage rente (financiële repressie) en grootschalige staatssteun. Het zou leiden tot een ongekende bloeiperiode voor de economie en de markten. In het Japan van de jaren 80 vond een soortgelijk beleid plaats. Ook daar gingen monetaire verruiming en fiscale expansie hand-in-hand. Het gevolg was een rally op de beurs die zijn weerga niet kende. De Nikkei-index heeft zijn historische top van begin jaren 90 nooit meer teruggezien.
Beleggers maak u gereed voor een andere wereld
Het nieuwe steunpakket ter grootte van 1900 miljard dollar van de regering-Biden komt nog bovenop het bestaande van de regering-Trump van 900 miljard dollar. Samen komt dat neer op overheidssteun ter grootte van 13 procent van het BNP. Er klinken inmiddels al bezorgde geluiden over het gevaar van inflatie. Geluiden die misschien niet helemaal onterecht zijn. Gratis geld lijkt mooi maar ook deze keer zou wel eens kunnen blijken dat het toch echt niet bestaat. De wereld is onder leiding van de Verenigde Staten begonnen aan een gewaagd experiment. De theorieën van Keynes worden overal weer afgestoft. Beleggers maak u op voor een andere wereld.