Nu geopolitieke en transport-rampen de olie- en brandstoffenmarkten hard raken, lijken de CEO's van sommige oliemaatschappijen zich vooral bezig te houden met klimaatverandering en het milieu. Voor olie- en aandelenhandelaren is het dan ook interessant om naar hun nieuwe bedrijfsstrategieën te kijken.
1. Grote oliebedrijven verdeeld over strategie
De giganten in de olie-industrie zitten niet op één lijn wat betreft strategieën om investeerders aan te trekken. Lage olieprijzen hebben de afgelopen jaren een deuk in hun winsten veroorzaakt, terwijl sommige grote maatschappijen, zoals BP (NYSE:BP), Equinor (NYSE:EQNR) en Shell (NYSE:RDSa) ook vrezen dat ze het vertrouwen van beleggers hebben verloren omdat ze het probleem van klimaatverandering niet adequaat aanpakken. BP en Equinor willen hun imago verbeteren door potentiële investeerders te betrekken bij vraagstukken over de bijdrage van olie aan klimaatverandering. Het is de vraag of deze strategie, waarbij de moraliteit van de gehele brandstofsector herhaaldelijk in twijfel wordt getrokken, goed is voor het beleggersvertrouwen en de aandelenkoersen.
Royal Dutch Shell (AS:RDSa) ziet zichzelf in wezen opnieuw als een energiemaatschappij in plaats van een oliemaatschappij. Het wil begin jaren 2030 's werelds grootste energiemaatschappij worden. Shell heeft een groot deel van haar upstream-olieactiva verkocht en koopt in plaats daarvan duurzame energieactiva. Shell is op dit moment bezig met het uitbrengen van offertes voor de bouw van windmolenparken in de Noordzee. De marges voor elektriciteitsleveranciers zijn doorgaans veel lager dan voor oliemaatschappijen, dus het is niet zeker of Shell als energiemaatschappij in staat zal zijn om de 8%-12% rendementen te behalen die het zoekt.
Andere grote oliemaatschappijen, zoals Hess (NYSE:HES), Chevron (NYSE:CVX) en Exxon Mobil (NYSE:XOM) richten zich op meer traditionele aspecten. CEO John Hess van het gelijknamige bedrijf sprak onlangs over de verkoop van upstream activa met hoge productiekosten. Chevron en Exxon breiden beiden ondertussen hun activiteiten uit in het Amerikaanse Permbekken, waar ze goede toegang hebben tot pijpleidingen en scheepvaart.
2. Olieproductie en sancties
Olieprijzen stegen deze week na berichten dat de productiegroei in het Permbekken in december, januari en februari was overschat.
De olieproductie in de VS groeit nog steeds, maar niet helemaal in het tempo dat de EIA voorspelde. Benzineprijzen stijgen eveneens in de VS, waarbij sommige gebieden een stijging van maar liefst 34 cent per gallon zien. De langdurige stroomuitval in Venezuela verhindert dat olie op schepen wordt geladen voor de export, waardoor de prijzen verder stijgen. Daarnaast is Saoedi-Arabië van plan om in april en maart minder dan 10 miljoen vaten per dag te produceren, wat wederom bullish nieuws is voor de olieprijzen.
Dit maakt het beleid van het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken ten aanzien van aanzienlijke reductie-uitzonderingen (Significant Reduction Exemptions, of SRE's) nog crucialer voor de oliemarkten in de rest van dit jaar. SRE's worden door de VS gebruikt om bepaalde landen toe te staan tijdens de sancties bepaalde hoeveelheden olie uit Iran te blijven importeren. Staatssecretaris Pompeo heeft onlangs herhaald dat de VS er alles aan doen om de Iraanse olie-export tot nul terug te brengen, maar hij heeft daar geen specifiek tijdsbestek voor gegeven. Andere ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken benadrukken de implicaties van de EIA-prognoses, dat de oliemarkt in 2019 met ongeveer 400.000 bpd overbevoorraad zal blijven. Zij geloven dat een goed bevoorrade markt van cruciaal belang is voor de VS om de sancties op de Venezolaanse olie-industrie te handhaven en tegelijkertijd Iran te sanctioneren.
De olie-export van Iran is momenteel gemiddeld 1,4 miljoen bpd, dus het lijkt onwaarschijnlijk dat de VS zullen proberen om al deze olie in mei uit de markt te elimineren. Brian Hook, vertegenwoordiger van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor Iran, wil niet ingaan op specifieke vrijstellingen maar heeft onlangs wel gezegd dat de president het belangrijk vindt dat de oliemarkt "goed bevoorraad en stabiel is." Ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken zullen de oliemarkt tussen nu en eind april waarschijnlijk nauwlettend in de gaten houden, maar het lijkt er voor nu steeds meer op dat de SRE's voor de grootste klanten van Iran - China en India - voor de rest van 2019 worden gehandhaafd.
3. De vraag naar vliegtuigbrandstof
De vraag naar vliegtuigbrandstof in de VS bleef sterk in februari, aldus het American Petroleum Institute. Dit is over het algemeen een goede indicator voor de economische groei in de Verenigde Staten. De recente crash van een Boeing (NYSE:BA) 737 Max 8-vliegtuig in Ethiopië leidt echter tot het aan de grond houden van deze vliegtuigen in landen over de hele wereld. Dit zal vertragingen en annuleringen van vluchten over de hele wereld noodzakelijk maken. Nu ook de VS het gebruik van deze vliegtuigen stilleggen, kunnen we in maart een daling van de vraag naar vliegtuigbrandstof in de VS verwachten.