De net uitgebrachte obligatie van de Franse, industriële energiegroep Engie (PA:ENGIE) doet het goed bij de eerste verhandelingen op de secundaire markt, ook al blijven de prijzen nog dicht bij de condities die bij de emissie werden vastgelegd. Ze kan dusdanig aan 100,02% van de nominale waarde gekocht worden, dit komt neer op een rendement van 1,371% op basis van een coupon van 1,375% en met een looptijd tot 27 maart 2025.
Het Franse bedrijf kon dankzij de lening, uitgegeven in coupures van 100 000 euro en met een A- rating, dit is halfweg in de Standard & Poor's categorie van kwaliteitsemittenten ("Investment grade" categorie in het jargon), een miljard euro ophalen.
Daarnaast heeft Engie een "groene" obligatie ("green bonds") uitgegeven met een looptijd van 8 jaar en een coupon van 1,75%, en ook nog een tweede "groene" obligatie met een looptijd van 12 jaar en een coupon van 2,125%. Het bedrag is voor die beide 750 miljoen euro, wat het totale opgehaalde bedrag op 2,5 miljard euro brengt.
Aanhoudende vraag
Eigenlijk zou Engie het zich kunnen gepermitteerd hebben van veel meer te lenen. De marktspelers, hoewel de meesten thuis moesten blijven door Covid-19, hebben zich namelijk op hun orderboekje gestort en brachten op die manier de vraag boven de 9,5 miljard euro, wat neerkomt op een inschrijvingsratio van 3,8.
Het succes van Engie is toe te schrijven aan het feit dat de context gunstig blijft voor bedrijven met een goede rating die willen lenen (zodra de beursschommelingen afvlakken). Volgens een bron op de marktvloer heeft bij voorbeeld Unilever (AS:UNA), gelijklopend met Engie, voor 2 miljard euro nieuwe obligaties uitgegeven terwijl de vraag de 11 miljard oversteeg. Enkele dagen daarvoor zorgden negen Amerikaanse bedrijven - waaronder Exxon Mobil, PepsiCo (NASDAQ:PEP) en Verizon (NYSE:VZ), drie zwaargewichten in de grootste economie ter wereld - voor animo op de primaire markt in dollar.
Deze emittenten hebben ongetwijfeld voordeel gehaald uit de aankondigingen van de Federal Reserve en de ECB die het grove geschut hebben bovengehaald tegen de economische gevolgen van het coronavirus.
Interesse voor emittenten met een goede rating
In deze context grijpen beleggers liever hun kans op de markt van de corporate schulden, waarbij ze hun geld toevertrouwen aan ondernemingen, die een betere vergoeding bieden en een goede rating hebben, dan dat ze uitlenen aan Duitsland door Bunds (staatsobligaties uitgegeven door Berlijn) te kopen aan een negatief rendement. De obligaties van Engie en Unilever komen in aanmerking voor het schuld-terugkoopprogramma van de ECB (en van de Centrale Bank van Engeland), wat volgens een berekening van de Bank of America (NYSE:BAC) een bijkomende aantrekkelijkheidsfactor vormt. Dit vooruitzicht zorgt ervoor dat de prijzen op de secundaire markt op niveau blijven.
Met 160 000 medewerkers en een aanwezigheid in bijna 70 landen op de vijf continenten is Engie een wereldleider op het vlak van energie (gas en elektriciteit) en het milieu (water en zuiverheid). Als de groep zijn status van belangrijke speler in Europa en leider in de energietransitie wil behouden, zal hij een toonaangevende energieleverancier moeten worden voor de groeilanden. Verder willen ze zich ook onderscheiden in de energieproductie met lage CO2-uitstoot voor bedrijven en regionale overheden.
Uit de laatste jaarcijfers blijkt dat Engie een omzet van 60,1 miljard realiseerde in 2019 en een nettowinst van 1 miljard. Hun beurskapitalisatie op de Beurs van Parijs ligt in de buurt van 25 miljard euro.