Wie voor zijn beleggingen in obligaties een alternatief zoekt voor de euro kan zich meer bepaald richten op de lening in Australische dollar van de Rabobank Nederland.
De obligatie is beschikbaar tegen 99,20% van de nominale waarde. De jaarlijkse return on investment is, rekening houdend met de vaste coupon van 4,125%, gelijk aan 4,30%. Het effect vervalt op 13 november 2017 en is beschikbaar in coupures van 2.000 Australische dollar. De uitgifte staat AA- bij Standard & Poor’s.
Omdat de obligatielening uitgedrukt is in Australische dollar (AUD) draagt de belegger tevens een wisselrisico. De evolutie van de euro ten opzichte van de dollar kan hier opgevolgd worden.
Hoewel het altijd moeilijk is om een indicatie te geven van de toekomstige evolutie van een munt, kan het toch geen kwaad om te verwijzen naar enkele sleutelelementen van de Australische economie. De fundamentals van de Australische economie zijn weliswaar goed, maar de plaatselijke dollar is in wezen toch een ‘grondstoffenmunt’. De Australische ondergrond is immers rijk aan grondstoffen, waardoor het land ten volle voordeel kon trekken van de economische bloei van opkomende markten als China.
Dat betekent ook dat het land en zijn munt in zekere zin afhankelijk zijn van het groeibeleid dat door Beijing gevoerd wordt en, in een bredere context, van de cyclische evolutie van de grondstoffenmarkt. De laatste kwartaalresultaten van de mijnreuzen BHP Billiton en Rio Tinto bevestigen dat trouwens.
De Australische munt kon echter profiteren van de diversificatiebeweging die ingeleid werd door investeerders die zich, met name onder invloed van de Europese schuldencrisis, afkeerden van de grote referentiedeviezen. Eind september verlaagde de Reserve Bank of Australia – de centrale bank van het land – haar belangrijkste richtrente met 25 basispunten tot 3,25%, teneinde de economie te ondersteunen, die de weerslag ondergaat van de crisis in de eurozone, maar ook van de vertraging van de Chinese groei en de scherpe daling van de koers van de mijnaandelen.