Wie naar een goede spreiding in zijn beleggingsportefeuille streeft, doet er verstandig aan om zijn posities te verdelen over verschillende valuta’s. Daardoor is het mogelijk om de risico’s te spreiden, maar ook om een bepaald rendement op de gedane investeringen te realiseren. Deze diversificatie kan ook geschieden aan de hand van obligaties uitgegeven door bedrijven uit de nutssector.
De Engelse term ‘nutssector’ heeft betrekking op collectieve dienstverlening in de vorm van energie (elektriciteit, aardgas) en water. In Europa spreken we dan over bedrijven als de Fransen van Engie (PA:ENGIE), Électricité de France (PA:EDF) en Suez Environnement (OTC:SZEVY), het Duitse RWE (DE:RWEG), het Britse Centrica (LON:CNA) en het Finse Fortum (HE:FORTUM).
Deze bedrijven zijn opgenomen in de DJ Stoxx 600 utilities (S&P 600 Utilities).
Deze sector is bekend om de uitkering van aantrekkelijke dividenden. Vorig jaar lagen de aandelen van de nutsbedrijven opnieuw in de gunst van de beleggers na een moeilijke periode veroorzaakt door de economische crisis in Europa, door problemen wat betreft de overstap naar meer duurzame energievormen (gekoppeld aan de uitstap uit de kernenergie) en tenslotte ook door de lage energieprijzen.
Over de afgelopen 52 weken is de DJ Stoxx 600 utilities met 8,36% gestegen, waarmee deze index het bijna even goed deed als de Stoxx 600 die alle sectoren omvat. De Stoxx steeg in dezelfde periode met 9,75%.
De sector van de utilities is een belangrijke emittent van achtergestelde perpetuals. Vorig jaar werd voor een totaal bedrag van 4,20 miljard euro aan obligaties van dit type geplaatst, waarvan 3,60 miljard euro voor de herfinanciering van bestaande schulden. Daarmee eiste de sector de eerste plaats op in de niet-financiële sector in de EMEA-zone (Europa, Midden-Oosten en Afrika), dit volgens een rapport van Moody’s.
Onlangs gaf Engie een achtergestelde perpetual uit met de status van «green bond» («groene obligatie») en dit voor een bedrag van 1 miljard euro. Deze obligatie draagt een coupon van 1,375% en dat is de laagste coupon ooit voor een bedrijf wat hybride obligaties betreft. De eerste call kan pas binnen 5,25 jaar uitgeoefend worden. Deze obligatie moet de leningen in euro met coupon 3,875% (non-call 2018, 600 miljoen euro mee opgehaald) en pond sterling met coupon 4,625% (non-call 2019, 300 miljoen pond mee opgehaald) vervangen.
Ze kan gekocht worden aan 99,41% van de nominale waarde, waardoor het rendement 1,439 % bedraagt tot aan de call aan 100% van de nominale waarde op 16 april 2024. De obligatie kreeg de ratings Baa1, BBB en BBB+ van respectievelijk Moody's, S&P en Fitch.
Engie is iets vrijgeviger met een obligatie in dollar en met een looptijd tot 10 oktober 2022. Deze obligatie van het type senior niet-gewaarborgde, is verkrijgbaar aan 100,14% van de nominale waarde, waardoor het rendement 2,84% bedraagt. Hierbij is rekening gehouden met een coupon van 2,875%. Ze is verkrijgbaar in coupures van 2.000 dollar en heeft een rating A- bij S&P.
Beleggers die wat meer rendement willen kunnen kijken naar de senior gegarandeerde van de Franse electriciteitsgroep EDF. Deze loopt tot 13 oktober 2025 en draagt een coupon van 3,625%. Ze kan worden gekocht aan 101,71% van de nominale waarde, waardoor het rendement 3,73% bedraagt tot aan de eerste call aan pari op 13 juli 2025.
Met een rating A- bij S&P is deze obligatie verkrijgbaar in coupures van 2.000 dollar.