In de afgelopen 2 jaar heeft de bankensector van Griekenland zich ontdaan van de blootstelling aan de Griekse markt, door de kans op besmettingsgevaar wanneer een Grieks default plaatsvindt, te reduceren. Dat vertelde de minister van Financiën van Cyprus in de media.
Hoewel Cyprus en Griekenland beide grenzen aan de Middellandse Zee, opgescheept zitten met enorme schulden en ook historisch gezien erg verbonden zijn, volgt Cyprus zijn eigen koers, zei Harris Georgiades daarover. ‘Er is geen enkele sprake van blootstelling aan Griekenland’, zei Georgiades daarover tijdens de Spring Meeting van het International Monetair Fonds afgelopen weekend.
‘Er was tot 2 jaar terug sprake van blootstelling dankzij onze bankensector. De bankensector van Griekenland had een grote blootstelling aan de Griekse markt maar die is 2 jaar geleden beëindigd. Er is dus geen enkele link meer, los van de normale commerciële en economische verbindingen die bestaan tussen alle leden van de eurozone’, aldus de minister van Financiën van het land.
Griekse banken in Cyprus
Dochterondernemingen van Griekse banken in Cyprus zijn in essentie actief als Cypriotische banken, zei Georgiades. Ze zijn dan ook volledig gekapitaliseerd met een ruime liquiditeitspositie en staan onder toezicht van de Cypriotische Centrale Bank en van de Europese Centrale Bank, zo legde de minister uit. ‘Hierbij voelen we ons erg comfortabel en we denken dat hun aanwezigheid erg voordelig is voor onze bankensector’, aldus Georgiades.
Cyprus werd hard geraakt door de Griekse schuldencrisis in 2011 en 2012. Een groot aantal Cypriotische banken had een significante blootstelling aan Griekenland en de op een na grootste bank van Cyprus, Laiki Bank, moest hierdoor de deuren sluiten.
Georgiades zei niet te willen spreken over de mogelijkheden wanneer de Griekse situatie verder mocht verslechteren. ‘Ik wil optimistisch zijn over het feit dat we in staat zullen zijn een oplossing te vinden. Griekenland heeft veel vooruitgang geboekt in de afgelopen jaren en dat moet erkend worden. Ik wil niet eens speculeren of spreken over de mogelijkheid van een negatieve uitkomst.’