RWE, de tweede elektriciteitsproducent van Duitsland, die voornamelijk met steenkool werkt, heeft de eerste zes maanden van het jaar afgesloten met een bedrijfswinst die met 7% is gedaald, naar 1.88 miljard euro, met name vanwege de ongunstige prestatie van de divisie trading, die zowel ernstig als onverwacht was.
Deze divisie, die de activiteiten van de tussenhandel in grondstoffen en de dekking van de elektriciteitsmarkt groepeert, vertoont over de periode een verlies van 156 miljoen euro. RWE maakt daarentegen aanspraak op een aanzienlijke stijging van de bedrijfswinst in de divisie van de conventionele elektriciteitsproductie, evenals op de gunstige ontwikkelingen in de divisie voorziening.
De netto winst, afgezien van de uitzonderlijke elementen, was aan het einde van het eerste semester 598 miljoen euro, een verhoging van 10% op jaarbasis.
Wat de perspectieven aangaat, handhaaft de groep de jaarlijkse doelstelling van een netto gecorrigeerde winst van tussen 500 en 700 miljoen euro en een bedrijfsresultaat van tussen 2.8 en 3.1 miljard.
Binnenkort splitsing van de activiteiten
Volgens bepaalde waarnemers illustreren deze resultaten de aanhoudende moeite die de onderneming ondervindt om een plaats te vinden in de overgang van de energiesector.
RWE heeft, afgezien van de concurrentie van de gesubsidieerde duurzame energie in Duitsland, ook te lijden onder de lage groothandelsprijzen van de elektriciteit, evenals de meeste Europese vakgenoten. Vorig jaar heeft de daling van de koers van het elektron voor RWE overigens geleid tot een waardevermindering van 2.1 miljard euro voor de Duitse et Britse centrales.
In de context van deze marktsituatie, in combinatie met de terugtrekking uit de kernenergie die in Duitsland gepland is voor 2022, heeft de groep enkele weken geleden het voornemen aangekondigd om de activiteiten te splitsen.
Zij zullen de ‘gezonde’ activiteiten groeperen in een nieuwe eenheid die de naam innogy heeft gekregen en die zal bestaan uit de duurzame energie, de netwerken en de kleinhandel. De tweede eenheid zal samengesteld zijn uit de traditionele activiteiten van de elektriciteitsproductie met gas, steenkool, kernbrandstof en uit de handelsactiviteiten.
De groep heeft in het communiqué bevestigd, dat het proces van de beursintroductie (tot 10% van het kapitaal van innogy) goed op weg is en in principe voor het einde van het jaar zal plaatsvinden.
Terugloop van de achtergestelde obligaties
De rendementen blijven op de secundaire markt bijzonder hoog, vooral wat de achtergestelde obligaties aangaat.
Als voorbeeld de lening op 6,625% tot 2075 per 2.000 dollar, die vandaag, woensdag, verhandeld wordt op 99% van de nominale waarde, in vergelijking tot 101% op de dag voor de publicatie van de resultaten. Het jaarlijks rendement tot de ‘call’ in 2026 komt daarmee op 6,70%.
De obligatie in euro op 3,50% tot 2075, die in 2025 kan worden terugbetaald, vertoont anderzijds een jaarlijks rendement van 6% tot de ‘call’, op basis van een prijs op 84% van de nominale waarde. De coupure is vastgesteld op 1.000 euro.
Deze twee achtergestelde uitgiftes staan genoteerd in de categorie speculatief bij Standard & Poor's, die er een beoordeling van ‘BB’ aan toekent.