Trump mag dan wel in de Aziatische regio vertoeven, een ontmoeting in China zit er vooralsnog niet in. In plaats daarvan is hij afgereisd naar Japan, het zoveelste land waarmee hij op het gebied van de handel inmiddels op min of meer gespannen voet leeft. In het laatste kwartaal van vorig jaar bleek al dat Trump met z’n handelsoorlog tegen China dat land juist dichter tot Japan heeft gebracht. Dat was opmerkelijk aangezien nog in 2017 de Verenigde Staten, Europa en Japan de intentie uitspraken om gezamenlijk te proberen de groeiende Chinese invloed het hoofd te bieden. Voor Japan zijn China en de Verenigde Staten verreweg de grootste handelspartners. Elk van beide landen afzonderlijk is in normale omstandigheden goed voor ongeveer 19 procent van de Japanse export.
Doordat Trump zich steeds weer als een olifant in de porseleinkast gedraagt en zich niets gelegen lijkt te laten liggen aan de bestaande mores, zijn in de afgelopen periode daardoor de spanningen met Japan en de Europese Unie gegroeid. Trump lijkt met z’n reis naar Japan een (klein) charmeoffensief te hebben ingezet. Hij heeft echter zondag na afloop van z’n dag waarop hij zowel heeft gegolfd als een wedstrijd sumo worstelen heeft bijgewoond de verwachtingen gelijk getemperd. Hij heeft in zijn ogen weliswaar nuttige gesprekken gevoerd met de Japanse premier Abe, maar het lijkt hem met het oog op de Japanse verkiezingen van aanstaande juli onwaarschijnlijk dat er al een handelsovereenkomst zal worden gesloten. Waar hebben we dergelijke optimistische woorden eerder gehoord? De komende tijd zal moeten blijken of hij in Japan wel kan bereiken wat hem met de Chinezen maar niet of steeds minder lijkt te lukken; Trump als de grote mecenas van het Amerikaanse bedrijfsleven. Voorlopig lijkt hij echter z’n thuisfront behoorlijk in de wielen te rijden.
Wat in het vat zit…
Ondanks alle perikelen rond het al dan niet in de ban doen van Huawei is Duitsland volop bezig met de veilingen voor het nieuwe 5G-netwerk. Die veilingen zijn in de tweede helft van maart gestart. De eerste dag leverde in de tweede helft van maart meer dan 300 miljoen euro aanbiedingen op. Inmiddels zijn we 400 van deze biedingsrondes verder en zijn we boven 6 miljard euro beland. Dat is al meer dan het dubbele van het bedrag dat de Duitse regering dacht op te halen en we zijn nog niet aan het einde van de biedingsrondes. Daarmee lijkt Duitsland Italië achterna te gaan waar totaal zo’n 6,5 miljard euro door de diverse telecomspelers werd neergeteld voor de 5G-frequenties. Dat was ongeveer 4 miljard euro meer dan waarvan de Italiaanse overheid uitging.
In Duitsland zijn er vier partijen in de race; Deutsche Telekom (DE:DTEGn), Telefonica (DE:O2Dn), Vodafone (LON:VOD) en nieuwkomer 1&1 Drillisch. Dat deze laatste partij meedoet is op zich opmerkelijk omdat zij in Duitsland in principe tot 2030 het recht hebben om voor 5G gebruik te maken van het netwerk van Telefonica. Uit de huidige stand van zaken in zowel Italië als Duitsland blijkt dat de mobiele providers bereid zijn of zich verplicht voelen om flinke bedragen neer te tellen en zich daarvoor ook weer flink in de schulden te steken. Beleggers krijgen flashbacks naar eerdere veilingen van netwerkfrequenties. Vandaar dat de aandelen van deze ondernemingen dit jaar op de beurs tot op heden slecht presteren. Bij Fintessa willen wij evenmin onze handen eraan branden. Wij voelen ons veel comfortabeler met onze positie in Nokia (HE:NOKIA) ondanks het feit dat de topman vorige week zelf toegaf dat de Finse onderneming een beetje langzaam is. Hij is er echter net als wij van overtuigd dat dit in de tweede helft van het jaar zal verbeteren. Dat Nokia de lachende derde kan zijn is de laatste tijd terug te zien in het aantal orders. Inmiddels heeft Nokia met 37 telecommers overeenkomsten gesloten met betrekking tot de uitrol van 5G. Nokia is nog niet duur en keert een dividend uit van 4,5 procent en heeft een koerswinstverhouding van ruim 14. En zoals gezegd, lijkt maar weer eens te blijken dat wat in het vat zit, niet verzuurt.