De obligaties die de staat Libanon in maart 2017 op de markt bracht, hebben bijna alle in november opgelopen verliezen kunnen goedmaken. Die verliezen waren veroorzaakt door het onverwachte ontslag van eerste minister Saad Hariri.
Om slechts één voorbeeld te geven: Libanon bracht in maart obligaties met looptijden tot 2027, 2032 en 2307 op de markt. De obligatie met een looptijd van nog bijna 20 jaar (tot 23 maart 2037) is momenteel verkrijgbaar aan 96,78% van de nominale waarde, waardoor het rendement 7,57% bedraagt. Deze obligatie, verkrijgbaar in coupures van 1.000 dollar, is nochtans zeer speculatief, zoals blijkt uit de rating « B- » bij Standard & Poor’s.
De prijs was teruggevallen tot een dieptepunt van 84% van de nominale waarde begin november. Het herstel was te danken aan de verklaring van Hariri dat hij terugkwam op zijn beslissing. Dat stelde de beleggers enigszins gerust, want zij vreesden dat Libanon het slagveld zou kunnen worden waarop Iran en Saoedi-Arabië hun conflict uitvochten.
Overheidsschulden worden problematisch
« De signalen die we nu ontvangen wijzen er op de financiële markten in het land opnieuw normaliseren » zo verklaarde Chris Jarvis, de verantwoordelijke van het team experts van het Internationaal Monetair Fonds dat begin december Libanon bezocht. Nochtans werd ook verwezen naar de zwakke economische groei, naar de problematische overheidsschulden (150% van het BBP verwacht in 2017), naar het deficiet op de lopende rekening van 20% van het BBP en naar het kostenplaatje waar de Syrische vluchtelingen het land mee opzadelen. Jarvis riep het land, dat zich nog altijd niet heeft hersteld van de burgeroorlog in de jaren 80, op om zijn openbare financiën in orde te brengen en om iets te doen aan het overheidstekort.
Volgens Riad Salamé, de gouverneur van de Libanese centrale bank, heeft het ontslag van Hariri tot gevolg gehad dat de rente op het Libanese pond is gestegen. Die stijging heeft ook te maken met het feit dat het pond gelinkt is aan de dollar.
Ondanks alles heeft het Libanese pond de politieke crisis goed verteerd. Het land is nog altijd in staat om zichzelf te financieren dankzij de liquiditeiten van de banken, zo voegde Salamé er aan toe. Deze sector houdt zich liefst zo ver mogelijk uit de buurt van conflicten. Het is bovendien de pijler van de Libanese economie, die wordt gedomineerd door de dienstensector (80% van het BBP, 75% van de tewerkstelling), dit volgens de Moniteur du Commerce International. Daarna volgen het toerisme (25% van het BBP) en de industrie (15% van het BBP).