De producent van hygiëne producten, Kimberly-Clark, kwam met beduidend betere kwartaalcijfers dan verwacht.
Het bedrijf dat in 1872 is opgericht, is in bijna 150 jaar tijd uitgegroeid tot een multinational die zijn producten in meer dan 175 landen verkoopt. In 80 landen heeft Kimberly-Clark (NYSE:KMB) met één van de merken een nummer één of nummer twee marktpositie. Ondanks deze wereldwijde spreiding komt meer dan de helft van de ruim 18 miljard dollar omzet uit Noord-Amerika. De uitstekende marktposities heeft Kimberly-Clark te danken aan een aantal ijzersterke merken met een jaaromzet van meer dan 1 miljard dollar per merk. De zogenaamde “billion-dollar brands” zijn: Huggies, Kleenex, Kotex, Cottonelle en Scott. Een kwart van de wereldbevolking gebruikt dagelijks producten van Kimberly-Clark.
Kimberly-Clark is voornemens zijn milieuvoetafdruk per 2030 fors te reduceren door het gebruik van plastics, water, bosvezels en de uitstoot van CO2 met 50% verminderen.
De omzet in het tweede kwartaal is uitgekomen op 4,6 miljard dollar en de winst per aandeel op 1,99 dollar. Door FactSet vooraf geraadpleegde analisten hadden gerekend op een omzet van 4,51 miljard dollar en een winst per aandeel van 1,80 dollar.
Op 23 april jongstleden trok Kimberly-Clark nog de outlook voor 2020 in en zette het inkoopprogramma van de eigen aandelen in de ijskast vanwege alle onzekerheden rondom het coronavirus. Een kwartaal verder en voortschrijdend inzicht heeft Kimberly-Clark doen besluiten om weer een outlook af te geven voor de rest van het jaar. De verwachting is dat de autonome omzet zal stijgen met 1 á 2 procent en de operationele winst zal toenemen met 6 á 9 procent. Het inkoopprogramma van eigen aandelen wordt weer opgestart. Voor het einde van het jaar wordt naar verwachting voor een bedrag van 700 miljoen tot 900 miljoen dollar ingekocht.
Beleggers konden de financiële resultaten van Kimberly-Clark wel waarderen en zetten in een negatieve beurs het aandeel 2,1% hoger. Dit jaar staat het aandeel bijna 9% hoger, derhalve blijkt Kimberly-Clark geen papieren tijger te zijn.
Intel (NASDAQ:INTC) kampt met interne problemen
Gisteravond nabeurs kwam Intel met de tweedekwartaalcijfers. De omzet steeg met 20% in vergelijking met vorig jaar. Met name de sterke vraag naar chips voor datacenters en 5G-netwerken voor mobiele data deden het bedrijf goed. Echter, Intel heeft interne problemen met het opschalen van de productie naar de “next level” 7 nanometer chips. Het proces heeft minimaal een halfjaar vertraging opgelopen.
In tegenstelling tot Intel lukt het AMD (NASDAQ:AMD) wel om de 7 nanometer chips te verwerken in hun processoren. AMD betrekt de next level chips van onder andere TSMC (TW:1310). Beleggers schrokken van de problemen bij Intel en zetten het aandeel nabeurs ruim 9% lager.
De vertraging bij Intel met het opschalen naar 7 nanometer en kleiner zou mogelijk gevolgen kunnen hebben voor de bestellingen van de EUV-machines van ASML (AS:ASML). Intel is een grote klant van ASML en wellicht dat interne problemen bij Intel zorgen voor uitstel van de bestellingen van de EUV-machines. Rond het middaguur handelde het aandeel ASML ruim 4% lager.