Vanochtend publiceerde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de Nederlandse inflatie. Deze is in de maand januari opgelopen naar 6,4 procent. In december was dit nog 5,7 procent. Vorige week werd al bekend dat de Nederlandse inflatie volgens de Europese rekenmethode in januari was opgelopen naar 7,6 procent. Het verschil zit in het al dan niet meetellen van de kosten van het eigen huis in de inflatie. Het CBS doet dit wel, de Europese rekenmeesters laten deze kosten buiten beschouwing.
Het CBS berekende dat de hogere energieprijzen voor het Nederlandse inflatiecijfer ruim voor drie procentpunt bijdroegen aan de totale geldontwaarding. In januari lagen de energieprijzen bijna 90 procent hoger dan in dezelfde maand vorig jaar. Ter compensatie van deze forse stijging heeft de Nederlandse regering een heffingskorting ingesteld voor elk huishouden. Ook werden de belastingen op elektriciteit tijdelijk verlaagd. Vergeleken bij de energieprijzen, valt de bijdrage van duurdere voeding in het inflatiecijfer enorm mee. De prijzen van voedsel, alcohol en tabak kwamen in januari 4,3 procent hoger uit ten opzichte van vorig jaar.
Volgens onderzoekers van ABNAMRO hadden Nederlanders in december minder last van de hogere energieprijzen (en de hogere inflatie) dan eerder werd aangenomen. Dit komt doordat veel particulieren meerjarige energiecontracten hebben en dus de hogere energieprijzen nog niet doorberekend krijgen. Ook wordt er minder gestookt. Ten eerste omdat veel mensen vaak thuis waren gedurende de coronapandemie en daarom hun woning hebben verduurzaamd. En ten tweede omdat het in 2020 beduidend kouder was in december. Bovendien werkten/waren er in deze maand minder mensen thuis dan in deze feestmaand een jaar geleden.
Vanmiddag, wanneer u dit leest, is de Amerikaanse consumentenprijsindex bekend gemaakt. De financiële markten blijven alert met deze nieuwe inflatiecijfers in aantocht. De stijging van het prijspeil op maandbasis wordt door analisten ingeschat op 0,4 procent in januari. Dit geldt ook voor de kerninflatie. Op jaarbasis ligt de raming op 7,2 procent en voor de kerninflatie op 5,9 procent, tegen respectievelijk 7,0 en 5,5 procent in december. Dit was toen al het hoogste niveau in 40 jaar.
Nvidia gooit de handdoek in de ring
Nvidia (NASDAQ:NVDA) zet een streep door de voorgenomen overname van zijn Britse branchegenoot ARM Holding, zo maakte de Amerikaanse chipontwerper afgelopen dinsdag bekend. Getuige de flink opgelopen aandelenkoers van Nvidia de afgelopen twee dagen, zitten beleggers er niet zo mee. Toch kost dit Nvidia een ‘break-up fee’ van 1,25 miljard dollar, zowaar geen klein bier. Deze kostenpost leidt tot een bijzondere last van 1,36 miljard dollar in de kwartaalcijfers over het vierde kwartaal welke volgende week gepubliceerd zullen worden. Maar de ongeveer 40 miljard dollar die de verkopende partij, het Japanse investeringsfonds Softbank (T:9984), oorspronkelijk zou ontvangen, blijft natuurlijk in kas. Ook is er geen aandelenemissie nodig want de overname zou deels betaald worden met aandelen Nvidia. Aangezien deze sinds de publicatie van het overnamebod in september 2020 flink zijn gestegen, was de waarde van de transactie al opgelopen naar zo’n 66 miljard dollar.
De deal wordt afgeblazen omdat de mededingingsautoriteiten van verschillende naties teveel bezwaren bleken te hebben. Zo zagen de Britten hun nationale trots liever niet verkwanseld worden aan de Amerikanen en wilden de Chinezen niet dat ARM, dat vele chips ontwerpt voor Chinese bedrijven, in Amerikaanse handen zou komen. Dit zou namelijk leiden tot een plaatsing op de ‘zwarte lijst’ waardoor er geen zaken met China meer gedaan mogen worden. De Amerikaanse Federal Trade Commission sprak overigens zelf ook van een concurrentieverstorende deal, evenals de Europese Commissie. Bovendien klaagden veel andere chipmakers bij de autoriteiten omdat zij na de overname hun chips zouden moeten laten ontwerpen door een directe concurrent. De patenten van ARM vormen een belangrijk onderdeel van de chips die zij maken en welke dus na de overname eigendom zouden zijn van een directe concurrent. Dit zou kunnen leiden tot een beperkte of verslechterde toegang van de diverse chipfabrikanten tot deze patenten. Ook zou Nvidia prijsverhogingen voor het patentgebruik kunnen doorvoeren om zo de concurrentie buiten spel te zetten.
Softbank heeft aangegeven dat het ARM nu naar de beurs zal brengen. Dit moet voor het einde van maart 2023 gebeuren.