Als u uw investering in obligaties goed wilt laten verlopen, dan is het absoluut noodzakelijk om rekening te houden met de fiscale consequenties van de gedane transacties. Vanuit dat oogpunt heeft Goldwasser Exchange een analyse voor u uitgevoerd van de fiscale problematiek in verband met de opgelopen rente bij de aankoop van een obligatie*.
Overzicht van de algemene principes
Net als elke andere lening, leveren obligaties rente voor de houders op. Deze rente wordt door de uitgever uitbetaald in de vorm van coupons volgens een vooraf vastgestelde frequentie, meestal jaarlijks of halfjaarlijks. De vraag is wat er met deze rente gebeurt als een obligatie gekocht wordt tussen twee uitbetalingstermijnen in (voorbeeld: aankoop van een obligatie op 30 juni terwijl het knippen van de coupon gepland is op 31 december). In deze gevallen is het in de praktijk zo, dat de koper de opgelopen rente aan de verkoper vergoedt, d.w.z. de rente tussen de datum van de laatste geknipte coupon en de dag van de aankoop.
Praktisch voorbeeld:
Meneer Jansen koopt op 24 mei 2018 een obligatie van EUR 1.000 van de onderneming Bayer (DE:BAYGN) AG, die een jaarlijkse coupon biedt van 3% (brochure Oblis). De bij deze obligatie behorende coupons worden elk jaar op 1 juli uitbetaald. Meneer Jansen dient bij de aankoop niet alleen de verkoopprijs aan de verkoper te betalen, maar ook een vergoeding ter hoogte van de opgelopen rente tussen 1 juli 2017 (datum van de laatste uitbetaling van de coupon) en 24 mei 2018 (datum van de aankoop).
Volgens de algemeen geaccepteerde berekeningsnormen telt deze periode 328 dagen op de 365 van het jaar. Als we uitgaan van een coupon van €30 (3% van 1000 EUR), dan is de extra te betalen vergoeding voor de opgelopen rente €26,95 (30 x 328/365).
Fiscale aspecten
Volgens de logica zou er voor een obligatiekoper een mogelijkheid moeten bestaan om de betaalde vergoeding voor de opgelopen rente bij de belasting af te trekken. Inderdaad, als een belegger de eerste coupon van zijn nieuwe obligatie uitbetaald krijgt, dan zal de totaliteit van deze coupon onderhevig zijn aan de Belgische roerende voorheffing, ondanks de betaling van een met de opgelopen rente overeenkomende vergoeding. De belegger zal dus de voorheffing betalen over rente die hij in de werkelijkheid niet heeft ontvangen.
Praktisch voorbeeld:
Laten we het geval van Meneer Jansen hierboven nog eens nemen. Hij zal na zijn aankoop op 1 juli 2018 een coupon van €30 op zijn obligatie innen. Een roerende voorheffing van 30% zal worden berekend op basis van de uitbetaalde coupon, ofwel een bedrag van €9 (30% van 30 euro).
Maar het is een feit dat Meneer Jansen bij de aankoop een bedrag van €26,95 voor de opgelopen rente had betaald. Het werkelijke rentebedrag dat hij heeft ontvangen is dus €3,05 (30 - 26,95) en niet €30. Toch zal de heffing berekend worden alsof de volledige coupon aan hem is uitbetaald.
Ondanks deze flagrante "abnormaliteit" lijkt het erop dat er geen simpel middel bestaat om de betaalde belasting terug te krijgen over het deel van de rente dat in de werkelijkheid niet geïnd is.
Oplossing
Een eenvoudige oplossing om deze handicap te omzeilen is erop te letten dat u de obligaties koopt op een moment dat zij nog maar weinig opgelopen rente omvatten. Dat is in principe het geval net na het knippen van de coupon van de obligatie. In dat geval hoeft de koper niets extra's te betalen aan de verkoper in verband met de opgelopen rente. En als gevolg daarvan zal de betaalde roerende voorheffing in grote lijnen overeenkomen met de werkelijk ontvangen rente. Dit is dus een simpel en doeltreffend middel om de toepassing van een voorheffing over fictieve rente te voorkomen.
Wij wijzen u erop dat de beschrijvingsbrochures van Oblis systematisch het aantal dagen van opgelopen rente dat aan de desbetreffende obligatie verbonden is, vermelden (zie de rubriek "Coupon", lijn "Opgelopen rente"). Bovendien biedt de obligatieselectie van Oblis de mogelijkheid om de obligaties te filteren met de opgelopen rente als criterium. Om deze optie te activeren, kunt u het veld "Weinig opgelopen rente" aanvinken.
Uitzondering voor de in België uitgegeven obligaties
Hierbij dient vermeld te worden dat de bovengenoemde fiscale problematiek over het algemeen niet geldt voor in België uitgegeven obligaties (die meestal geïdentificeerd zijn met een Isin-code die met BE begint). Inderdaad, bij aankoop van een Belgische obligatie krijgt de koper meestal bij de procedure van de operatie een bedrag terug dat overeenkomt met de roerende voorheffing met betrekking tot de opgelopen rente. Aangezien hij dit bedrag terugkrijgt, wordt de belegger belast volgens de rente die hij inderdaad heeft ontvangen.