Zo mooi als Fase III zich tussen de grenzen van 1.25 en 1.22 aftekende, zo rommelig is het verloop na een korte Fase IV, voor Fase I. In deze eerste zin zijn al direct veel fases genoemd, maar vooral voor de laatstgenoemde fase is het interessant om dieper op het verloop in te gaan.
Conform de QSM (zie mijn artikel van gisteren) is de bovengrens gevormd op 1.18. Immers dit ‘round number’ is drie keer door de prijs geraakt en is vervolgens bevestigd door de 50MA. Voor de ondergrens is het minder duidelijk. In eerste instantie leek het erop dat deze gevormd zou worden op het niveau van 1.15, echter tegen de tijd dat dit niveau voor het eerst geraakt zou kunnen worden, was de prijs er alweer doorheen. Pas op 3 oktober werd dit niveau pas voor de derde keer door de prijs aangetikt.
Net toen de logica van bodemvorming zich leek te bevestigen, werd de 50MA op 16 oktober door een ‘pinbar setup’ (cirkel) getest en onder druk van het negatieve sentiment in de afgelopen maand, werd de ondergrens uiteindelijk voor de tweede keer gebroken.
De nieuwe ondergrens kwam door de candles van 12 en 13 november te liggen op 1.13. Het is een leuke oefening in ‘price action’ om deze twee candles eens samen te voegen. Hierdoor ontstaat een zogenaamde ‘two bar pinbar’ die de ondergrens nog eens extra verstevigd. De prijs heeft de initiële fase pas echt achter zich gelaten toe een dag na de ‘two bar pinbar’, de 50 MA ook door de ondergrens brak.
Er zijn op technisch gebied een aantal argumenten aan te voeren om te verdedigen dat de ondergrens van 1.13 weleens een tijdelijke boden kan zijn. Allereerst is de ‘poot’ die Fase IV vormt vrij kort. Hiernaast is met een beetje fantasie, TA is immers geen exacte wetenschap, op de ingezoomde grafiek een ‘head & Shoulders’ prijspatroon te herkennen. Dit patroon staat bekend om zijn neerwaarts karakter, wanneer de neklijn door de prijs wordt doorbroken.
Wat zal de prijs gaan doen? We weten slechts dat we het niet weten.