De Zwarte Dood
In de 14e eeuw woedde de pestepidemie gedurende vijf jaar door Europa. De Zwarte Dood, zoals de epidemie ook wel werd genoemd, veroorzaakte naar schatting 75 miljoen doden. Bij benadering een derde van de bevolking. Het zou tot rond 1600 duren alvorens de bevolking weer op hetzelfde niveau terug was. Naast alle ellende bood de crisis echter ook kansen. De “overlevenden” onder de werknemers konden door de ontstane schaarste een hoger loon bedingen. Zij waren slechts tegen een fors hogere vergoeding bereid hun oude werkzaamheden weer op te pakken. Door het verlies van menselijke arbeidskrachten werden tevens de eerste stappen richting mechanisatie van de economie gezet. De emancipatie van het gewone volk en het begin van de mechanisatie waren de eerste stappen in de richting van de Moderne Tijd.
L’histoire se répète
In Engeland werd het Statute of Labourers geïntroduceerd. Arbeiders die meer ontvingen voor hun werkzaamheden als voor het uitbreken van de pest belandden in de gevangenis. Het huidige tekort aan arbeidskrachten nu de pandemie langzaam wijkt zal niet direct tot dergelijke excessen leiden, maar er is toch enige gelijkenis. De tekorten leiden ook nu tot loonstijgingen en vervang “mechanisatie” door “digitalisering” en zie daar, l’histoire se répète. Amerikaanse bedrijven plaatsen meer vacatures dan ooit, werknemers nemen ontslag omdat ze ergens anders meer kunnen krijgen en de loonstijging voor werknemers in de horeca loopt op naar wel 20 procent op jaarbasis. Dat ondanks het feit dat bijna tien miljoen Amerikanen hun baan van voor de uitbraak van het virus nog niet terug hebben. Het is dan ook niet vreemd dat er vrees bestaat voor een loon-prijs spiraal met structureel hogere inflatie tot gevolg. Vorige week bleek de consumentenprijsindex (CPI) in de Verenigde Staten zelfs met 5 procent te zijn gestegen.
Vrees voor inflatie
Deze vrees is waarschijnlijk niet nodig. Ten eerste is het gemiddelde uurloon in de Verenigde Staten inderdaad met 5,1 procent gestegen, waar deze voor de pandemie nog met gemiddeld 3 procent groeide. Maar deze toename is niet het gevolg van forse loonstijgingen. Het is meer een eenvoudig statistisch verschijnsel. Wanneer er tien miljoen banen – merendeels matig betaald – verdwijnen, stijgt het gemiddelde van de overgebleven banen vanzelf. Het gemiddelde uurloon stijgt ondanks het feit dat de meeste werknemers echt geen cent meer verdienen dan voor de pandemie.
Minder verband
Daarnaast is het verband tussen lonen en prijzen minder rechtlijnig dan vaak wordt verondersteld. Weliswaar zijn de prijzen van voeding en huisvesting hier en daar behoorlijk opgelopen, maar het zijn sectoren waarin relatief weinig Amerikanen werkzaam zijn. Zo wordt er in de Verenigde Staten slechts één op de zeven verdiende dollars besteed aan voeding, terwijl slechts één op de twintig dollars daar wordt verdiend. Hetzelfde geldt voor de bouwsector, waar slechts 7 procent van de werkzame bevolking zijn geld verdient, terwijl 16 procent van het budget aan huisvesting wordt besteed. Er is dus niet zo’n duidelijk verband tussen lonen en prijzen als vaak wordt gesuggereerd.
Einde aan de steun
Bedenk verder dat er een einde zal komen aan de riante uitkeringen die ontslagen of naar huis gestuurde werknemers in staat stelden hun consumptiepatroon op peil te houden. Er zal waarschijnlijk geen gevolg komen op de laatste ronde cheques en ook de verhoogde uitkeringen zijn binnenkort passé. Hoewel de monetaire steun van de centrale bank nog wel even zal voortduren, zal de fiscale steun van de overheid eindig blijken te zijn.
De Fed heeft het gelijk aan zijn zijde
Het is dan ook niet zo vreemd dat de markt het verhaal van de Federal Reserve – dat de inflatie slechts tijdelijk is – gelooft. Zie de daling van de rente op 10-jaars staatsleningen. Deze is inmiddels gezakt van 1,74 naar 1,48 procent. Rekening houdend met een inflatieverwachting van 2,35 procent duidt dat op een negatieve reële rente van 0,87 procent. De druk op de Federal Reserve om toch vooral eens een begin te gaan maken met taperen lijkt overbodig. Feitelijk is de centrale bank daar al mee begonnen gezien de enorme terugkoopactie van de afgelopen weken. Zo werden in twee weken tijd voor ruim 480 miljard dollar aan obligaties weer terug verkocht (dat is vier maanden QE) aan de banken. Recente succesvolle emissies van nieuwe staatsleningen duidden op nog een ander fenomeen. Buitenlandse beleggers blijken weer op grote schaal Amerikaanse staatsleningen te kopen. De inflatie stijgt? Wellicht, maar de rente daalt. Vooralsnog heeft de Federal Reserve het gelijk aan zijn zijde.