Consumentenprijsindex bemoedigend

Gisteren publiceerde het Amerikaanse ministerie van arbeid de consumentenprijsindices (CPI) over de maand december 2022. Alle inflatiecijfers waren conform de verwachtingen van analisten. Toch reageerden de beleggers op Wall Street terughoudend op de belangrijke economische cijfers. De inflatie bereikte in juni vorig jaar een hoogtepunt op 9,1 procent op jaarbasis. In zes maanden tijd is de inflatie gedaald naar 6,5 procent.

Voor de monetaire beleidsbepalers is de ontwikkeling van de kerninflatie belangrijk. Zonder rekening te houden met de beweeglijke prijzen van energie en voeding is de daling op jaarbasis minder groot. De kerninflatie piekte in september op 6,6 procent en is in drie maanden gedaald naar 5,7 procent.

Grote prijsverschillen

De ontwikkelingen van de prijzen op maandbasis laten een gemengd beeld zien. De inflatie inclusief energie en voeding liet een daling van 0,1 procent zien. Dit is de grootste daling op maandbasis sinds april 2020. Daarentegen liet de kerninflatie op maandbasis een stijging zien van 0,3 procent. Dit was conform de verwachtingen van analisten maar wel hoger dan de stijging van 0,2 procent in de maand november 2022. 

Als we inzoomen op de prijsontwikkelingen in de maand december dan valt op dat de verschillen groot zijn. Aan de pomp betaalden de Amerikanen 9,4 procent minder en de prijzen voor stookolie daalden met 16,6 procent. Hierdoor daalde de energie-index met 4,5 procent. Voeding werd 0,3 procent duurder.

Voor de ontwikkeling van de kerninflatie zijn de woonlasten belangrijk. In de maand december stegen de woonlasten met gemiddeld 0,8 procent. De woonlasten wegen voor ongeveer een derde mee in de CPI-indices. De zorgkosten lieten na een daling van twee maanden op rij weer een lichte stijging zien van 0,1 procent. Ook kleiding werd duurder, de gemiddelde prijsstijging bedroeg 0,5 procent. Er waren ook pluspuntjes te melden. Tweedehands auto’s werden gemiddeld 2,5 procent goedkoper en de prijzen van de vliegtickets daalden met maar liefst 3,1 procent. Per saldo steeg de kerninflatie met 0,3 procent. Beleggers hadden gehoopt op een afvlakking van de kerninflatie op maandbasis. Vandaar dat de aandelenbeurzen op Wall Street na de publicatie van de inflatiecijfers moeite hadden om richting te vinden.

Milder

In reactie op de inflatiecijfers meldde St. Louis Fed-voorzitter James Bullard dat de agressieve renteverhogingen van de centrale bank (Fed) vruchten beginnen af te werpen. Hij is derhalve voorstander om de rente zo snel mogelijk te verhogen tot boven de 5 procent.

Een aantal weken geleden riep hij nog dat dit jaar de rente verhoogd zou moeten worden naar minimaal 5 tot zelfs 7 procent. Deze havikachtige uitspraak herhaalde hij nu niet. De inflatiecijfers over de maand december zijn bemoedigend. De centrale bankier (zonder stemrecht) kan er begrip voor opbrengen dat de monetaire beleidsbepalers het tempo van de renteverhogingen verlagen. De mildere uitlatingen van Bullard ondersteunen de verwachtingen dat de Fed dit jaar de rente met 75 basispunten zal gaan verhogen. De kans op een verhoging van de beleidsrente met 25 basispunten per aanstaande 1 februari ligt momenteel op 94 procent. 

Bedrijfscijfers wijzen ons de weg

Vanmiddag barst het cijferseizoen echt los met de publicatie van de jaarcijfers van de grote Amerikaanse zakenbanken. Nu het monetaire beleid van de centrale bank steeds duidelijker begint te worden, is het de komende weken de beurt aan de bedrijven. Met de publicaties van de bedrijfsresultaten over het afgelopen jaar en de outlook voor het lopende kwartaal, zullen de uitkomsten verder richting geven aan de aandelenbeurzen op Wall Street.