Ook belangrijk om te vermelden is dat deze groep met hoofdzetel in Amsterdam over de verslagperiode 700.000 klanten kon bij winnen, waardoor het totaal uitkomt op 36,50 miljoen. Anderzijds bedroeg de omvang van het bedrag aan uitstaande kredieten 6,40 miljard euro en dat aan bankdeposito’s 5,30 miljard euro.
Nochtans werden de cijfers van het bedrijf op de beurs niet zo goed onthaald. De koers sloot de woensdagsessie op de beurs af met een verlies van 1,26%. De oorzaak hiervoor moet gezocht worden bij ING België, de Belgische dochter waarin ook de Luxemburgse activiteiten zijn opgenomen.
Het resultaat van deze dochter daalde met 38% tot 216 miljoen euro, hoofdzakelijk als gevolg van het treffen van een voorziening van 177 miljoen euro voor een rechterlijke uitspraak.
In een persmededeling stelde Ralph Hamers, CEO van ING, dat de geleverde prestaties tijdens het tweede kwartaal bevestigen dat de gevoerde strategie succesvol is. ING is er dus in geslaagd om snel in te pikken op de nieuwe evoluties in een financiële sector die in razendsnel tempo verandert.
Hij voegde er nog aan toe dat ING goede vooruitgang heeft geboekt wat betreft de digitale transformatie in het kader van de strategie "Think Forward". Hij kondigde nog eens extra 800 miljoen euro aan IT-investeringen tot en met 2021 aan.
De bank viseert daarbij een verdere reductie van de kosten met 900 miljoen euro in het kader van het plan "Think Forward". Deze besparing wordt hoofdzakelijk gerealiseerd door het schrappen van 7.000 banen in België en Nederland.
Perpetual van 1.000 euro
De koers van het aandeel mag dan al wat zijn gedaald, de achtergestelde perpetual van ING Groep bleef op de secundaire markt relatief stabiel noteren aan een koers van 89%.
Deze obligatie is verkrijgbaar in coupures van 1.000 euro en betaalt elk kwartaal een coupon uit die gebaseerd is op de rente op Nederlandse staatsobligaties met een looptijd van 10 jaar vermeerderd met een coupon van 0,50%. Dit verklaart waarom het rendement op jaarbasis momenteel 1,09% bedraagt en dat tot en met 30 september.
Met een rating BB+ » hoort ze thuis in de categorie « High yield » bij Standard & Poor’s. De rating van de obligatie is 3 streepje lager dan die van ING zelf.
Dat valt te verklaren door het groter risico dat verbonden is aan achtergestelde perpetuals. In het geval van een failissement komen de bezitters van deze obligaties achter die van de bezitters van senior obligaties en vlak voor de aandeelhouders.