De Great Recession
Twaalf jaar geleden belandde de wereld in een zware financiële crisis. De Great Recession was een feit. Banken hadden met ongeremde kredietverlening en risicovolle investeringen in de jacht op nog meer rendement en winst hun verwoestende werking gedaan. Hun falende beleid droeg bij aan een golf van faillissementen, werkloosheid, economische krimp en fors gedaalde huizen- en aandelenprijzen. Autoriteiten dienden wereldwijd stevig in te grijpen. Om de economie te redden moesten de banken overeind blijven. Zeer tegen het rechtvaardigheidsgevoel van de bevolking in vloeiden er wereldwijd grote bedragen aan belastinggeld naar het bankwezen.
Twaalf jaar later
Balansen werden versterkt, regelgeving aangescherpt en ongebreidelde kredietverlening aan banden gelegd. Banken overleefden, maar tegen een niet geringe prijs. Inmiddels zijn we 12 jaar verder en is de wereld opnieuw in de greep van een crisis. Deze keer komt de bedreiging van buiten, maar opnieuw wordt het financiële stelsel tot het uiterste getest. De wereldwijde lockdowns hebben de economie overal stilgelegd. De economische schade is van een ongekende omvang.
Noodzakelijke schakel
Met fiscaal en monetair beleid van niet eerder vertoonde proporties trachten de autoriteiten wereldwijd de economie te behoeden voor een totale ineenstorting. Hoewel het geld afkomstig is van de centrale banken en de belastingbetalers zijn de banken in deze operaties cruciaal. Zij zijn de noodzakelijke schakel waar langs het geld naar de getroffen bedrijven en burgers zijn weg vindt. De kredieten worden direct of indirect gegarandeerd door de staat.
Van oorzaak naar oplossing
Van de oorzaak van alle ellende in 2008 zijn banken nu een onderdeel van de oplossing geworden. Om deze rol te kunnen vervullen wordt hun veerkracht echter meer dan ooit getest. Want ga er maar aanstaan. Ze staan al met de rug tegen de muur door de historisch lage rente en de steeds verder ingrijpende regels van overheidswege. Naar verwachting zal de economische krimp dit kwartaal ook nog eens naoorlogse records gaan breken. Bedrijven zullen failliet gaan, aflossingen niet voldaan, mensen raken hun baan kwijt en kunnen hun hypotheek niet meer betalen. Banken zijn inmiddels bezig hun voorzieningen te nemen maar de onzekerheid over het virus doen sterke twijfels rijzen of het voldoende zal zijn.
Sterk genoeg?
Natuurlijk staan de banken er stukken beter voor dan 12 jaar geleden, maar zijn ze wel sterk genoeg? Beleggers denken er het hunne van getuige de zwaar gedaalde beurskoersen van bankaandelen. Dividenduitkeringen worden ingehouden. Stroppenpotten tot de nok gevuld. Kredieten worden gegarandeerd en regels versoepeld. Vorige week nam de Europese Centrale Bank nog een maatregel teneinde de banken te ondersteunen in hun dienende rol. Banken die gericht krediet verstrekken aan burgers en bedrijven kunnen bij de ECB lenen tegen een rentetarief van minus een procent. Ook komen er pandemienoodleningen voor kleinere banken, zonder speciale voorwaarden.
Subsidie
Deze negatieve rentes betekenen in feite een directe subsidie aan de banken. Volgens de ECB komt er niet minder dan 3000 miljard euro aan leningen beschikbaar voor banken. Het is een vorm van monetair beleid die andere centrale banken – zoals die van de Verenigde Staten en Japan - nog niet hebben aangedurfd. Het moge duidelijk zijn, deze crisis wordt te vuur en te zwaard bestreden en het bankwezen vormt het wapentuig waarmee de autoriteiten de vijand – een economische ineenstorting – zullen bestrijden.
Zitten beleggers er naast?
Getuige de beurskoersen van bijvoorbeeld ING (AS:INGA) en ABN Amro (AS:ABNd) hebben beleggers er nog niet zo veel vertrouwen in. Ze zouden zich wel eens kunnen vergissen in de standvastigheid van de autoriteiten en de veerkracht van het bankwezen. Daar gaan we in ieder geval wel van uit. Daar moeten we van uitgaan, beter gezegd. Want anders bestaat er een kans dat deze crisis uitloopt op iets meer dan een Great Recession.