Jaguar Land Rover wil de productie in de fabriek van Solihull in het Verenigd Koninkrijk voor 2 weken stilleggen. Het bericht daaromtrent heeft de koersen van de obligaties van de autoconstructeur onder druk gezet.
De obligatie van Jaguar Land Rover Automobive Plc, met looptijd tot 15 januari 2026 en coupon van 4,50%, die enkele dagen geleden werd uitgegeven, verloor 3 basispunten. Ze is nu verkrijgbaar aan 94,60% van de normale waarde, waardoor het rendement op 5,41% kan berekend worden.
De obligatie met looptijd tot januari 2024 en met een coupon van 2,20% gaf 2,60 basispunten prijs op 91,30%. Hier bedraagt het rendement zodoende 5,41%.
Deze 2 obligaties hebben een rating BB bij Standard & Poor’s, zodat ze in de speculatieve categorie thuishoren.
Jaguar Land Rover, eigendom van het Indiase Tata Motors (NS:TAMO), wordt met name met een zwakke vraag op de Chinese markt geconfronteerd. Daarom wordt de productie in bovenvermelde vestiging een tijdje stilgelegd. De wijziging in de invoertarieven in juli en de lopende onderhandelingen over nieuwe handelsakkoorden hebben op de verkopen gewogen, zo legde het Brits bedrijf in een mededeling uit.
De verkopen in China zijn in september op jaarbasis met 46,20% gedaald. In andere regio’s was de daling minder uitgesproken: het Verenigd Koninkrijk (-0,80%), Europa (-4,70%) en Noord-Amerika (-7%).
Globaal zijn de verkopen vorige maand met 12,30% gedaald tot 57.114 voertuigen en dit ondanks goede prestaties van de nieuwe modellen zoals de Range Rover Velar, de Jaguar I-Pace en de E-Pace. Deze konden een daling van de verkopen van oudere modellen zoals de Range Rover Evoque of de Land Rover Discovery Sport opvangen.
De reactie van de markt heeft uiteraard alles te maken met de toegenomen gevoeligheid voor slecht nieuws.
In september bij de plaatsing van de obligatie met looptijd tot januari 2026 moest het bedrijf een hogere coupon aanbieden en tevens tevreden zijn met een lagere opbrengst. Deze 2 factoren geven duidelijk aan dat de markt een stuk selectiever is geworden. Van de emittenten wordt een rendement gevraagd dat meer overeenstemt met het toegenomen risico.