Mister “Too Late”
Vanavond zal de Federal Reserve Board de rente vrijwel zeker ongemoeid laten. Dit ondanks de aanhoudende kritiek van president Trump. De weigering van de centrale bank om de rente te verlagen is de president een doorn in het oog. Een lagere rente zou de door importheffingen getroffen Amerikaanse economie de nodige steun kunnen geven. Eerder dreigde de president de gouverneur van de Federal Reserve te ontslaan. Hij noemde hem onder meer “Mister Too Late” en een “loser”. De markten reageerden met afgrijzen op de aanhoudende druk op de centrale bank. Samen met de voorgestelde importheffingen was het de reden waarom de beurzen een diepe duikeling maakten.
Ontslag niet mogelijk
Later stelde de president nooit de intentie te hebben gehad Powell te ontslaan. Hoogstwaarschijnlijk had hij dat ook niet. Powell was echter wel een geschikte zondebok voor een mogelijke economische recessie. Een ontslag door de president is – een uitzonderlijke situatie daargelaten – bij wet ook helemaal niet mogelijk. De beurzen kwamen weer tot rust en herstelden weer.
Onafhankelijkheid een groot goed
De onafhankelijkheid van de centrale bank van de VS is een groot goed. Het geldt als het fundament onder het Amerikaanse financiële stelsel. Het vertrouwen in de Federal Reserve ligt ten grondslag aan de superioriteit van de Amerikaanse kapitaalmarkt. Het is de reden waarom veel buitenlandse beleggers hun geld in Amerikaanse aandelen en obligaties investeren. Morrelen aan deze grondslag zou het begin van het einde van de Amerikaanse dominantie van de wereldeconomie betekenen.
Aanval Trump niet uniek
Toch is de aanval van Donald Trump op de Federal Reserve niet uniek. De Federal Reserve werd in 1913 opgericht omdat men van mening was dat het financiële stelsel van een moderne economie niet op de automatische piloot kan vliegen. De centrale bank heeft zich in de loop der tijd ontwikkeld tot een toezichthouder die zich onder meer bezighoudt met monetair beleid. Als onderdeel daarvan heeft de Federal Reserve twee hoofddoelen: prijsstabiliteit en economische groei. In zijn bestaan lag de Federal Reserve meer dan eens in de clinch met verschillende presidenten.
Lyndon Johnson
Fameus was het incident uit 1965. President Lyndon Johnson, de opvolger van JF Kennedy, vond dat de Federal Reserve de rente moest verlagen om zijn beleid te ondersteunen. De centrale bank weigerde echter. Johnson – Texaan, een forse fysieke verschijning op cowboylaarzen – nodigde toenmalig Fed gouverneur William McChesney Martin uit op zijn ranch in Texas. Johnson was furieus omdat Martin de rente maar niet wilde verlagen. De president ging deze keer verder dan zijn gebruikelijke Johnson treatment en gaf de Fed gouverneur een aframmeling in de kamer. “Martin, mijn jongens sterven in Vietnam en jij wil het geld maar niet drukken dat ik nodig heb”. Martin weigerde aanvankelijk de rente te verlagen, maar gaf uiteindelijk toch toe.
Paul Volcker
Eind jaren ’70 was de inflatie in de VS torenhoog en de werkloosheid rees de pan uit. Er was sprake van een ernstige vorm van stagflatie. Toenmalig president Jimmy Carter verving (jawel) al na 17 maanden de eerder door hem zelf aangestelde gouverneur van de Federal Reserve. De later beroemd geworden Paul Volcker werd de nieuwe gouverneur. Ook Volcker bleef de nodige kritiek niet bespaard. Zijn renteverhogingen om de inflatie te bestrijden waren volgens Carter “misplaatst”. Senator Ted Kennedy wilde de onafhankelijkheid van de Federal Reserve afschaffen. Twee maanden later wilde een ander congreslid Volcker zelfs ontslaan. Er werd dezer dagen zelfs een gewapende man gearresteerd die de leden van de Federal Reserve wilde gijzelen om de rente maar te verlagen.
Ronald Reagan
Volcker stond onder zware druk. Niet vreemd gezien de uiterst penibele situatie van de Amerikaanse economie. Ook Carter’s opvolger Ronald Reagan liet zich niet onbetuigd. Hoewel hij publiekelijk steun uitsprak voor Volcker liet hij de Chef-Staf van het Witte Huis zijn gang gaan toen deze Volcker openlijk opdracht gaf de rente te verlagen. Reagan zou in de volgende jaren het ene na het andere volgzame lid van de Fed benoemen. Volcker werd vervolgens – als gouverneur – bij een rentebeslissing in 1986 door deze volgzame meerderheid “outvoted”.
Greenspan
Alan Greenspan zou later faam verwerven vanwege zijn vermogen met presidenten van beide partijen goed overweg te kunnen. Hij kreeg er de bijnaam “The Maestro” door. Hij kroop echter wel erg dicht tegen de Clinton’s aan tijdens het presidentschap van Bill Clinton. De Federal Reserve mag dan in naam onafhankelijk zijn, in de praktijk staat het instituut regelmatig onder zware druk van zittende presidenten. De ene president opereert wellicht wat subtieler achter de schermen, de ander laat publiekelijk weten dat het beleid van de Fed hem niet zint.
Onafhankelijkheid Fed is de basis van alles
Waarom is die onafhankelijkheid van de Federeal Reserve zo belangrijk? Sinds 1971 wordt de waarde van de dollar en financiële assets niet langer gedekt door een goudvoorraad. Iedere asset wordt uiteindelijk weer gedekt door een andere asset. Uiteindelijk gelden Amerikaanse staatsobligaties weer als dekking voor het hele stelsel. Staatsobligaties die op zichzelf weer gedekt worden door de belastingen die door de overheid van de VS worden geïnd. Omdat de wereldeconomie volledig door de dollar wordt gedomineerd fungeert de Federal Reserve niet slechts als centrale bank voor de VS, maar voor de hele wereld. Een positie die volledig berust op een onwankelbaar vertrouwen. Een vertrouwen waar Amerikaanse presidenten zorgvuldig mee zouden moeten omspringen.