Inderdaad zag het er geruime tijd naar uit dat China op economisch vlak een flink toontje lager zou gaan zingen. De vrees voor een harde landing schudde de financiële markten een paar keer stevig door elkaar, maar die vrees is alleszins voorbarig gebleken. Want de groei heeft zich min of meer gestabiliseerd.
In het tweede kwartaal groeide het Chinees Bruto Binnenlands Product met 6,70%, waarbij vooral de vastgoedsector zich in positieve zin wist te onderscheiden. Zhu Haibin, chief China econoom bij JPMorgan in Hong Kong, merkt echter op dat ook sectoren als high tech en infrastructuur het alles behalve slecht doen. Het economisch draagvlak is dus alleszins breder dan alleen maar de vastgoedsector.
Het eerder gegeven alarm rond de Chinese economie was vals alarm, voorlopig hoeven we er ons weinig zorgen over te maken. Bill Adams, senior international econoom bij PNC Financial Services, gelooft dat de pessimisten nu wel een toontje lager zullen zingen.
Vooral hoopgevend is dat de distributiesector in het tweede kwartaal een groei van 10,60% ten opzichte van het jaar voordien liet optekenen. De dienstensector bleef anderzijds sterk, met een groei van 7,50%. In het eerste kwartaal bedroeg die groei nog 7,60%.
De keerzijde van de sector is dat de industriële sectoren nog steeds met overcapaciteit en deflatie te kampen hebben. De mijnbouwsector liet in de eerste drie maanden van dit jaar een groei met zeggen en schrijven 0,10% optekenen, ook de manufacturing deed het allesbehalve schitterend. Maar voorlopig is van grote problemen dus geen sprake.